Skip to content
Gepubliceerd op: 16 september 2020
Type publicatie Kennisartikel
De kabinetsvoorstellen op Prinsjesdag bevatten uiteraard ook maatregelen die voor iedereen van toepassing kunnen zijn. Zo verbetert het kabinet de toegang voor starters tot de woningmarkt en biedt zij ook lastenverlichting, zoals aan spaarders en kleine beleggers door het heffingvrije vermogen te verhogen en werknemers en zelfstandigen via de arbeidskorting. Lees meer hierover in ons overzicht met algemene maatregelen.

Vragen? Neem contact met ons op!

Wij begrijpen dat de informatie over de nieuwe maatregelen niet direct inzicht geven in consequenties voor u of uw organisatie. Wilt u daar meer over weten? Of heeft u vragen over de maatregelen? Neem dan contact op met uw belastingadviseur bij Baker Tilly of bel naar een van onze vestigingen bij u in de buurt.

Onderwerpen Algemene maatregelen:

  • Box 3 heffingvrij vermogen omhoog, gevolgen vergaand

  • Verbeteren uitvoerbaarheid toeslagen

  • Belastingdienst en leggen van elektronisch derdenbeslag

Box 3 Heffingvrij vermogen omhoog, gevolgen vergaand

In het Belastingplan 2021 wordt voorgesteld het heffingvrij vermogen in box 3 te verhogen. Omdat dit, ook budgettair, vergaande gevolgen heeft, worden aanvullende maatregelen genomen. Met dit voorstel wordt afscheid genomen van het in september 2019 gelanceerde idee om de heffing in box 3 meer te laten aansluiten bij het daadwerkelijk vermogen (spaargeld, beleggingen en schulden) en blijft daarmee de forfaitaire benadering op korte termijn ongewijzigd.

  • Heffingvrij vermogen
    Het heffingvrij vermogen wordt verhoogd naar € 50.000 (voor fiscaal partners samen € 100.000), daar waar dit in 2020 € 30.846 (€ 61.692) bedraagt. Hiermee wordt bereikt dat het aantal belastingplichtigen dat belasting betaalt over inkomen in box 3 met ca 900.000 afneemt.

  • Tarief
    Om deze maatregel te dekken, wordt het tarief in box 3 verhoogd van 30% naar 31%. De combinatie van de verhoging van het heffingvrij vermogen en de verhoging van het tarief leidt ertoe dat belastingplichtigen met een vermogen tussen € 50.000 en ca € 220.000 (partners: € 100.000 en ca € 440.000) minder belasting zullen betalen. Belastingplichtigen met een hoger vermogen zijn duurder uit.

  • Gevolgen inkomensafhankelijke regelingen
    De verhoging van het heffingvrij vermogen werkt in beginsel door naar diverse inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen waar een vermogenstoets voor geldt. Onder de huidige wet- en regelgeving houden deze regelingen verband met de grondslag sparen en beleggen. Dit is de rendementsgrondslag (het vermogen in box 3) minus het heffingvrij vermogen. Wanneer dit heffingvrij vermogen omhoog gaat, verlaagt dat het vermogen waaraan de inkomensafhankelijke regelingen worden getoetst. Daarmee zouden meer belastingplichtigen voor dergelijke regelingen – denk bijvoorbeeld aan zorgtoeslag, kind gebonden budget – in aanmerking komen of een hogere bijdrage krijgen. Ook zou dit gevolgen hebben voor de eigen bijdrage in het kader van Wet langdurige zorg. Dit wordt niet wenselijk geacht. Daarom wordt voorgesteld de vermogenstoets met ingang van 2021 te baseren op de rendementsgrondslag in box 3 waarmee de gevolgen voor de inkomens- en vermogensafhankelijke regelingen beperkt blijven.

Verbeteren uitvoerbaarheid toeslagen

De wet kent de volgende toeslagen: de zorgtoeslag, de huurtoeslag, de kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget. De toeslagen zijn bedoeld om burgers financiële steun te verlenen, maar hebben onzekerheid, onvoorspelbaarheid en bij bepaalde burgers ernstige problemen veroorzaakt. Het wetsvoorstel is gebaseerd op de volgende aspecten: versterken van de menselijke maat, verbeteren rechtsbescherming en het voorkomen van schrijnende situaties door het verlies van toeslagen als gevolg van partnerschap.

Belastingdienst en leggen van elektronisch derdenbeslag

Per 1 januari 2021 treedt de wet van 3 juni 2020 in werking in verband met de herziening van het beslag- en executierecht. Als degene waarbij het derdenbeslag wordt gelegd (bijvoorbeeld bij de werkgever) een elektronisch adres aan de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders heeft doorgegeven waaraan kan worden betekend, moet de deurwaarder het derdenbeslag met ingang van 1 januari 2021 verplicht elektronisch leggen.

De Belastingdienst wordt in ieder geval tot 2023 vrijgesteld van de verplichting tot het leggen van een elektronisch derdenbeslag, omdat dit voor de Belastingdienst nu nog niet uitvoerbaar is.

Let op:

  • Wij benadrukken dat bovenstaande geen compleet overzicht is. Meer informatie over alle maatregelen gepresenteerd op Prinsjesdag vindt u op de website van de Rijksoverheid.

  • De genoemde maatregelen en wijzigingen zijn wetsvoorstellen, tenzij anders vermeld. De voorstellen moeten nog worden goedgekeurd door de Tweede en de Eerste Kamer. Let op: De voorstellen kunnen nog wijzigen.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief