Skip to content
Foto van boot op water

Btw en Transfer Pricing: rustig vaarwater of een perfecte storm?

Gepubliceerd op: 28 oktober 2020
Type publicatie Kennisartikel
Omzetbelasting (“btw”) en transfer pricing (“TP”) worden vaak als twee totaal verschillende onderwerpen beschouwd. Aanpassingen in het ene gebied hebben slechts beperkte (en bovendien vrij overzichtelijke) gevolgen voor het andere gebied. Omdat de twee onderwerpen een verschillende focus hebben, is er vaak geen wolkje aan de lucht. De btw belast consumptie door middel van een indirecte belastingheffing, terwijl transfer pricing de directe belastingheffing beïnvloedt, door de juiste prijs vast te stellen voor transacties tussen gelieerde partijen.

Hoewel de btw en TP van elkaar losstaande onderwerpen lijken, leidt een samenloop tussen de btw en TP af en toe tot een zee van problemen. Zonder het juiste kompas bevindt u zich, voor u het weet, in een ‘perfecte storm’.

In dit artikel bespreken wij de zogenoemde ‘primaire aanpassingen’ van intercompany pricing: aanpassingen die door de lokale belastingautoriteiten worden opgelegd. De conclusies kunnen echter ook van toepassing zijn indien u de intercompany pricing op basis van een TP-model aanpast (bijvoorbeeld een aanpassing aan het einde van het boekjaar).

Btw

Btw is wellicht de meest bekende indirecte belasting, waarmee ook de meeste inkomsten voor de Belastingdienst worden opgebracht. Btw is een transactiebelasting die wordt geheven op goederen en diensten. Op basis van de EU Btw-richtlijn is een levering van goederen of diensten voor btw-doeleinden belastbaar als deze levering tegen vergoeding geschiedt.

In een notendop is een levering slechts onderworpen aan btw als de partijen niet alleen hebben afgesproken dat de levering plaatsvindt, maar ook welke vergoeding voor die specifieke levering wordt betaald. Deze vergoeding geldt als het belastbare bedrag voor btw-doeleinden.

De EU Btw-richtlijn onderkent de mogelijkheid dat een ‘normale waarde’ onder bepaalde omstandigheden moet worden gebruikt, met het oog op het voorkomen van belastingontwijking en belastingontduiking, om vast te stellen wat het belastbare bedrag van een dienstenlevering is. Echter, niet alle EU Lidstaten hebben gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. Nederland heeft dit in elk geval niet gedaan. Om deze reden zijn in Nederland de algemene btw-regels, zoals hierboven omschreven, van toepassing.

Transfer Pricing

Transfer pricing valt binnen de reikwijdte van de directe belastingen. Kort gezegd regelt TP de omgang met transacties binnen multinationale ondernemingen (“MNE’s”) voor toepassing van de vennootschapsbelasting. Deze regels zijn gebaseerd op het ‘at arm’s length’-beginsel en moeten voorkomen dat de voorwaarden van een transactie binnen een MNE, afwijken van die van een vergelijkbare transactie tussen niet-gelieerde partijen op de vrije markt. Als een transactie tussen gelieerde partijen niet ‘at arm’s length’ is, moet de transactie worden aangepast. Deze aanpassing moet ertoe leiden dat de voorwaarden in lijn zijn met de voorwaarden waaronder de transactie tussen niet-gelieerde partijen zou hebben plaatsgevonden.

TP versus btw

Waar TP gericht is op een uitkomst die in theorie objectief kan worden vastgesteld (te weten de ‘at arm’s length’-standaard), wordt btw geheven over de subjectieve vergoeding die feitelijk door de partijen is betaald. Daarom lijkt het soms alsof een TP-aanpassing geen invloed zou moeten hebben op de btw. Dit is echter een misvatting. Er kan een ‘perfecte storm’ ontstaan indien een TP-aanpassing tóch gevolgen heeft voor de belastbare grondslag voor btw-doeleinden. Daarvoor moet sprake zijn van een direct verband tussen de levering en de ontvangen vergoeding (inclusief de aanpassing met betrekking tot deze levering).

Of een TP-aanpassing de btw beïnvloedt, hangt af van de aard van de TP-aanpassing. Heeft de aanpassing betrekking op de gehele vergoeding van een onderneming? Of betreft het enkel de vergoeding voor de initiële leveringen?

De EU VAT Expert Group heeft op dit vlak een aantal niet-bindende richtsnoeren gegeven, die betrekking hebben op de potentiële btw-gevolgen van TP-aanpassingen. Op basis van deze richtsnoeren is het van belang om een specifieke vergoeding, een specifieke levering, en een direct verband tussen de levering en de ontvangen vergoeding, te identificeren. Als deze drie elementen aanwezig zijn, heeft een TP-aanpassing naar alle waarschijnlijkheid gevolgen voor de btw.

Op het eerste gezicht lijkt dit vrij duidelijk. Helaas is het in de praktijk niet altijd eenvoudig om vast te stellen of een TP-aanpassing gevolgen heeft voor de btw. De omstandigheden en voorwaarden waaronder een TP-aanpassing leidt tot een btw-aanpassing, zijn zeer specifiek en moeten per geval beoordeeld worden.

Aandachtspunten

Belangrijke aandachtspunten bij het beoordelen van de vraag of een TP-aanpassing gevolgen heeft voor de btw zijn bijvoorbeeld:

  • Is er sprake van een betaling tussen gelieerde ondernemingen?

  • Hoe wordt de prijs vastgesteld en welke transfer pricing methode wordt toegepast?

  • Kan de betaling worden gekoppeld aan een specifieke (initiële) transactie?

  • In welk deel van de ‘chain’ vinden de betaling en de transactie plaats?

  • In welk land zou de transactie belastbaar zijn?

Bovendien kunnen TP-aanpassingen ook consequenties hebben voor de douanewaarde. Op hun beurt kunnen dergelijke gevolgen weer de btw beïnvloeden (de belastbare waarde die wordt gebruikt om de invoer-btw vast te stellen). Op soortgelijke wijze kan een aanpassing van de douanewaarde invloed hebben op (niet-terugvorderbare) invoerheffingen, mochten goederen aan zulke heffingen onderworpen zijn.

In de praktijk

MNE’s moeten de (btw-)gevolgen van TP-aanpassingen goed in de gaten houden aangezien er geen duidelijke regels zijn om vast te stellen of een TP-aanpassing gevolgen heeft voor de btw. Dit is des te belangrijker met het oog op het aanzienlijke risico op boetes.

Veel MNE’s ondervinden op dit moment de gevolgen van de COVID-19 pandemie. De supply chain, financiële stromen, risico-allocatie en zelfs de personeelsbezetting kunnen worden beïnvloed, wat weer kan leiden tot aanvullende of gewijzigde TP-aanpassingen. Bovendien merken bedrijven wellicht dat hun omzet daalt (of juist stijgt) afhankelijk van de sector waarin zij opereren. Door deze onverwachte omzetveranderingen kunnen aanvullende TP-aanpassingen nodig zijn, om er voor te zorgen dat de prijs van transacties binnen een MNE ‘at arm’s length’ blijven. Als deze TP-aanpassingen betrekking hebben op specifieke transacties, kan dit btw-consequenties tot gevolg hebben.

We begrijpen natuurlijk dat de continuïteit van uw onderneming uw eerste prioriteit is. Maar grip houden op uw belastingpositie is onderdeel van het waarborgen van deze continuïteit. Het is daarom altijd van belang om rekening te houden met de belastingpositie van uw onderneming, in elk land of bij elke locatie, en om deze posities te vergelijken. Dit geldt des te meer wanneer er sprake is van TP-aanpassingen. Met een goede voorbereiding is geen zee te hoog, en doorstaat u de gevolgen van elke storm. Binnen het internationale netwerk van Baker Tilly werken btw- en TP-specialisten uit de hele wereld nauw samen, om u door dit zware weer heen te loodsen. Wij kunnen u ondersteunen bij het organiseren van een efficiënte opzet, terwijl wij u helpen om mogelijke risico’s te beperken.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief