Skip to content
Gepubliceerd op: 04 april 2022
Type publicatie Kennisartikel
Gerelateerde onderwerpen

Nu de internationale focus op Transfer Pricing en de winsttoerekening toeneemt, introduceren veel landen nieuwe verplichtingen op dit vlak. U moet wellicht voldoen aan internationale documentatie- en (wereldwijde) rapportageverplichtingen. Afhankelijk van uw specifieke onderneming, structuur en activa, kan dit ingewikkeld zijn. De omgang met immateriële activa zoals intellectueel eigendom vereist bijvoorbeeld de nodige aandacht. De belastingautoriteiten in verschillende landen kunnen verschillend denken over de toepassing van transfer pricing-beleid. ‘Advance Pricing Agreements’ kunnen een mate van zekerheid bieden en in het geval van mogelijke dubbele belasting kan een onderlinge overlegprocedure tussen landen (een zogeheten ‘Mutual Agreement Procedure’) een oplossing bieden. In het onderstaande gaan wij hier verder op in.

Documentatieverplichtingen

Afhankelijk van de omvang van uw onderneming en de internationale groep waar zij deel van uitmaakt, kan sprake zijn van bepaalde verplichtingen op het vlak van Transfer Pricing. Deze verplichtingen kunnen van land tot land verschillen, hoewel er in de afgelopen jaren steeds meer internationale overeenstemming is op dit gebied. In Nederland zijn deze verplichtingen opgenomen in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het zakelijkheidsbeginsel is al jaren het uitgangspunt voor de Nederlandse (fiscale) winstbepaling. In 2016 zijn specifieke documentatie- en rapportageverplichtingen ingevoerd. De omvang van deze verplichtingen is afhankelijk van de geconsolideerde jaarlijkse opbrengsten op groepsniveau. Het bepalen van de reikwijdte van de consolidatie van de groep is dus van groot belang.

Het onderstaande overzicht bevat een korte samenvatting van de verplichtingen en de relevante drempels:

Categorie I Categorie II Categorie III
Geconsolideerde groepsopbrengst < € 50 miljoen
Geconsolideerde groepsopbrengst ≥ € 50 miljoen < € 750 miljoen
Geconsolideerde groepsopbrengst ≥ € 750 miljoen
Onderbouwing kan worden opgevraagd, maar geen voorgeschreven format
Master File vereist + Local File vereist
Master File vereist + Local File vereist + Landenrapport (CbC report) vereist
Moet op aanvraag beschikbaar zijn binnen redelijke termijn (ca. 4-12 weken).
Moet in de administratie van belastingplichtige aanwezig zijn, uiterlijk op de laatste dag dat de aangifte vennootschapsbelasting ingediend kan worden.
Net als Categorie II; daarnaast verplichting om vóór het einde van elk boekjaar te melden welke groepsentiteit het landenrapport indient; landenrapport uiterlijk 12 maanden na einde boekjaar indienen.

Gevolgen van niet-naleving

Indien de bovenstaande documentatie- en rapportageverplichtingen op u van toepassing zijn, maar u er niet aan voldoet (volledig, juist en tijdig), kunnen de gevolgen groot zijn: het niet naleven kan leiden tot boetes van maximaal € 900.000 of zelfs vier jaar gevangenisstraf.

Advance Pricing Agreements

Veel multinationals hebben behoefte aan voorafgaande zekerheid over hun transfer pricing-beleid. Dit is mogelijk door middel van een ‘Advance Pricing Agreement’ (APA). Een APA is een (schriftelijke) afspraak tussen een belastingplichtige en één of meerdere belastingautoriteiten, ter vaststelling van (bepaalde aspecten van) het transfer pricing-beleid dat moet worden toegepast bij intragroepstransacties. Een APA wordt vaak voor een periode van vier tot vijf jaar afgesloten, maar verliest haar geldigheid indien sprake is van een verandering in de relevante wet- en regelgeving of in de feiten en omstandigheden van de belastingplichtige.

Mutual Agreement Procedures

Ondanks het pragmatische karakter van het Nederlandse transfer pricing-regime, kan nog steeds sprake zijn van dubbele belasting bij transfer pricing-aanpassing of grensoverschrijdende conflicten. In die gevallen kan een belastingplichtige de bevoegde autoriteiten verzoeken om een zogeheten ‘Mutual Agreement Procedure’ (MAP) te starten, om het geschil te beslechten. Deze procedure kan lang duren en wordt gevoerd tussen de belastingautoriteiten, zonder directe betrokkenheid van belastingplichtigen of hun adviseurs. Toch kan de MAP in bepaalde gevallen helpen bij het voorkomen van eindeloze discussies met belastingautoriteiten. 

Immateriële activa vereisen mogelijk aandacht

Immateriële activa, zoals patenten, goodwill en ander intellectueel eigendom, worden steeds belangrijker voor internationale ondernemingen. Het is dus cruciaal dat multinationale ondernemingen hun transfer pricing-beleid voor dit soort activa op orde hebben. Omdat de juridische eigenaar van een immaterieel activum niet noodzakelijkerwijs gerechtigd is tot alle opbrengsten uit dat immaterieel activum, is het noodzakelijk om een transfer pricing-analyse uit te voeren. Veel landen volgen in dit verband de richtlijnen van de OESO. Nadat de immateriële activa zijn geïdentificeerd, moeten de functies van deze activa op de juiste wijze worden toegewezen aan de relevante entiteiten, zodat de omzet aan de juiste entiteiten kan worden toegerekend. Volgens de OESO zijn de volgende functies relevant: Development, Enhancement, Maintenance, Protection en Exploitation (de zogenoemde DEMPE-functies). Indien u immateriële activa heeft (of er gebruik van maakt), dient uw transfer pricing-documentatie een DEMPE-analyse te bevatten.

Moeilijk te waarderen immateriële activa

Immateriële activa die nog niet volledig ontwikkeld zijn, kunnen worden overgebracht van de ene naar de andere entiteit. Dit soort overdrachten vindt bij uitstek plaats tussen gelieerde entiteiten. Aangezien zulke activa nog niet volledig ontwikkeld zijn, en vaak unieke kenmerken bezitten, is het soms moeilijk om de waarde op het moment van de overdracht te bepalen.

De OESO heeft een benadering waarmee de belastingautoriteiten deze waarde op een consistente wijze kunnen bepalen (de zogeheten ‘hard-to-value intangible approach’). De ex post resultaten van het gebruik van een immaterieel activum vormen een bewijsvermoeden bij het bepalen van de ex ante ‘arm’s length’-waarde. Mocht blijken dat deze veel te hoog of veel te laag was, en dat dit verschil niet kan worden toegerekend aan onvoorziene of buitengewone omstandigheden, dan kunnen de belastingautoriteiten de veronderstelde ex ante waarde corrigeren.

Ook belastingplichtigen mogen deze methode toepassen bij het bepalen (en indien nodig: bijstellen) van de prijs die betaald wordt voor immateriële activa die nog niet volledig ontwikkeld zijn.

Onze Transfer Pricing experts staan klaar om uw vragen te beantwoorden. Neem vrijblijvend contact op met ons om onze dienstverlening te bespreken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief