Laatste btw-aangifte van 2020: belangrijke aandachtspunten
Correctie voor privégebruik (auto)
In de laatste btw-aangifte van het jaar moet een correctie worden gemaakt voor het privégebruik van zaken waarop de btw in aftrek is gebracht, zo ook voor auto’s. Bij het ter beschikking stellen van auto’s aan werknemers kan indien de betreffende auto zakelijk wordt gebruikt, de btw op aanschafkosten, onderhoud en gebruik in aftrek worden gebracht. Indien werknemers deze auto’s ook privé gebruiken (waarbij woon-werkverkeer als privégebruik telt), dan dient er een correctie gemaakt te worden in de laatste btw-aangifte over het jaar. Met een sluitende kilometeradministratie kan een exacte correctie gemaakt worden. Dit is echter veel werk en de relevante gegevens zijn niet altijd aanwezig. Daarom mag er ook een forfaitaire correctie van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) worden gemaakt. Dit is 1,5% voor auto’s waarvan de btw bij aanschaf niet in aftrek is gebracht of voor auto’s die vijf jaar of meer in de onderneming zijn gebruikt.
Personeelsverstrekkingen
Btw op kosten voor personeelsverstrekkingen of relatiegeschenken mogen in beginsel in aftrek worden gebracht. Hierbij gaat het om bijvoorbeeld kerstpakketten, koffie, goodiebags, etc. Deze verstrekkingen kunnen niet oneindig worden uitgevoerd (met behoud van aftrek van btw). Er geldt een jaarlijkse grens van € 227 (exclusief btw) per werknemer/relatie. Controleer of uw onderneming deze grens heeft overschreden. Let op: Dit dient te gebeuren aan de hand van een speciale berekening! Onze BUA-tool kan u hierbij helpen. Indien deze grens is overschreden, is het verplicht om een correctie te maken in de laatste btw-aangifte van het boekjaar. Wij helpen u uiteraard graag met het maken van deze berekening.
Btw-belaste verhuur
De verhuur van onroerend goed is in beginsel een vrijgestelde prestatie voor de btw. Partijen kunnen echter een btw-belaste verhuur overeenkomen. Dit wordt veelal gedaan, zodat de verhuurder de btw op kosten met betrekking tot het onroerende goed in aftrek kan brengen. Om een btw-belaste verhuur toe te passen, dient aan een aantal voorwaarden te zijn voldaan. Eén van deze voorwaarden is dat de huurder het onroerend goed heeft gebruikt voor activiteiten waarvoor 90% (of meer) recht op aftrek van btw ontstaat. Als verhuurder dient u aan het eind van het boekjaar bij uw huurder na te gaan of dit het geval is en indien nodig moeten er correcties dan wel aanpassingen gedaan worden in de laatste btw-aangifte over het boekjaar.
Gewijzigde activiteiten
Indien kosten worden gemaakt met de verwachting dat deze worden gemaakt om btw-belaste activiteiten te verrichten, dan kan de btw in beginsel direct in aftrek worden gebracht. Het dient echter gecontroleerd te worden of deze kosten ook daadwerkelijk gebruikt zijn voor btw-belaste activiteiten. Mocht deze controle nog niet eerder zijn uitgevoerd, dan dient u dit in ieder geval te doen in de laatste btw-aangifte van het boekjaar. Indien blijkt dat de betreffende kosten zijn gemaakt voor btw-vrijgestelde activiteiten, dan dient een correctie gemaakt te worden.
Voor investeringsgoederen geldt echter na afloop van het boekjaar van ingebruikname nog een aanvullende herzieningsperiode. Voor roerende goederen is dit vier jaar en voor onroerende goederen negen jaar. In de laatste btw-aangifte van het boekjaar dient dus te worden beoordeeld of het gebruik van de investeringsgoederen is gewijzigd in dat boekjaar. Indien dat het geval is, dient u na te gaan of en hoe hoog de correctie zal zijn.
Gebruik de juiste pro-rata
Bij het verrichten van zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde activiteiten, kan de btw op algemene kosten overeenkomstig de verhouding tussen beide activiteiten in aftrek worden gebracht. Deze verhouding wordt de ‘pro-rata’ genoemd. In de laatste btw-aangifte van het boekjaar dient te worden beoordeeld of de juiste pro-rata is toegepast. Indien er afwijkingen worden geconstateerd, dan dienen correcties gemaakt te worden in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.
Samenloop met de jaarrekening
Zorg dat uw btw-aangiftes in lijn zijn met de jaarrekening. Indien bijvoorbeeld blijkt dat er op de balans van 2019 een post ‘btw te betalen’ aanwezig is, zorg dan dat dit bedrag alsnog wordt aangegeven. Indien de correctie minder dan € 1.000 bedraagt, kunt u dit in de (laatste) btw-aangifte verwerken. Bij een btw-bedrag van meer dan € 1.000 dient er een suppletie ingediend te worden. Het voorgaande is overeenkomstig van toepassing als u erachter komt dat in de afgelopen vijf jaar te veel of te weinig btw is aangegeven op de btw-aangifte.
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.