Wijzigingen wetgeving btw 2019

Btw-drempel voor kleine ondernemers die ‘TOE-diensten’ verrichten

Met ingang van 1 januari 2019 mogen ondernemers die TOE-diensten verrichten voor eindconsumenten in andere EU-landen het btw-tarief toepassen van de lidstaat waar ze zelf zijn gevestigd. Eén van de voorwaarden is dat de jaarlijkse grensoverschrijdende omzet uit die diensten niet boven de drempel van €10.000 uitkomt.

Vereenvoudiging voor bewijs van woonplaats

Daarnaast is er per 1 januari 2019 een vereenvoudiging ingevoerd voor het bewijzen van de woonplaats van de afnemers. Ondernemers die B2C (Business-to-Consumer) TOE-diensten verrichten aan eindconsumenten in andere EU-landen mogen onder voorwaarden uitgaan van slechts één bewijsstuk verstrekt door een derde partij. Ook hier geldt dat de jaarlijkse omzet uit die diensten dan wel beneden de drempel van € 100.000 blijft.

Uitbreiding van de MOSS-regeling

Bepaalde categorieën ondernemers kunnen met de Mini One-Stop-Shop (MOSS) regeling de btw over hun TOE-diensten aangeven en betalen in slechts één EU-land. Dit geldt ook wanneer een deel van deze diensten in andere EU-landen plaatsvinden. Ondernemers die buiten de EU zijn gevestigd en reeds een btw-registratie in één van de EU-landen hebben, kunnen ook gebruik maken van de regeling.

Vereenvoudiging factureringsregels

Bij B2C TOE-diensten dienen ondernemers facturen uit te reiken. Vanaf 1 januari 2019 mogen hiervoor de factureringsregels gehanteerd worden van het EU-land waarin de dienstverrichter is geregistreerd voor de MOSS-regeling.

Bovenstaande wijzigingen gaan vooral over vereenvoudigingen in de btw-wetgeving en pakken in de meeste gevallen gunstig uit voor e-commerce ondernemers. Let echter wel op: de toegelichte wijzigingen zijn gebaseerd op de Nederlandse implementatie van het EU-recht; andere EU-landen hebben mogelijk afwijkende regels vastgesteld.