Skip to content
Op 9 maart 2020 heeft de Staatssecretaris van Financiën het besluit over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling (hierna: besluit) geactualiseerd.

De deelnemingsvrijstelling

De deelnemingsvrijstelling houdt in dat voordelen uit hoofde van deelnemingen van een belastingplichtige voor de vennootschapsbelasting zijn vrijgesteld. Deelnemingen zijn, kort gezegd, aandelenbelangen in andere vennootschappen die 5% of meer van het kapitaal vertegenwoordigen. Een uitzondering op de deelnemingsvrijstelling is de liquidatieverliesregeling. Als bij liquidatie de opbrengst uit de deelneming lager is dan hetgeen voor die deelneming is opgeofferd, is het verschil aftrekbaar van de winst.

Het besluit deelnemingsvrijstelling

Algemeen

Het besluit geeft een nadere toelichting op de toepassing van de deelnemingsvrijstelling, zoals bij verschillende soorten aandelen, optierechten, valutaresultaten op deelnemingen, buitenlandse (laagbelaste) deelnemingen en de liquidatieverliesregeling. Het besluit wordt regelmatig geactualiseerd, onder andere als gevolg van wetswijzigingen of jurisprudentie.

Wijzigingen

De twee belangrijkste wijzigingen ten opzichte van het vorige besluit van 13 februari 2019 lichten wij hierna toe.

1. Liquidatieverliesregeling: toetsingsmoment verbondenheid

Een liquidatieverlies is niet aftrekbaar van de winst, als de onderneming van de geliquideerde deelneming wordt voortgezet door een verbonden lichaam (vrij vertaald: een groepsvennootschap van de belastingplichtige). Op basis van het vorige besluit moest volgens de staatssecretaris die verbondenheid worden getoetst op het moment dat de andere vennootschap de onderneming voortzette en niet op het moment van liquidatie van de deelneming. Nu de Hoge Raad in 2019 heeft geoordeeld dat de toets van de verbondenheid plaatsvindt op het moment van de liquidatie van de deelneming, is deze passage in het nieuwe besluit geschrapt.

Als bijvoorbeeld in jaar 1 de deelneming haar onderneming overdraagt aan een groepsvennootschap, die groepsvennootschap in jaar 2 aan een derde partij wordt verkocht en in jaar 3 de deelneming wordt geliquideerd, kan een liquidatieverlies worden geclaimd als aan de overige voorwaarden van de liquidatieverliesregeling wordt voldaan.

2. Aflopende deelneming

Onder voorwaarden is het mogelijk dat de deelnemingsvrijstelling nog drie jaar van toepassing blijft, ook al is geen sprake meer van een deelneming. De staatssecretaris heeft nu verduidelijkt dat deze versoepeling geldt, als om welke reden dan ook op een gegeven moment niet langer wordt voldaan aan de 5%-voorwaarde.

Tot slot

De toepassing van de deelnemingsvrijstelling kan in sommige situaties erg complex zijn. Heeft u vragen over de toepassing van de deelnemingsvrijstelling, neemt u dan gerust contact met ons op.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief