Skip to content

Gemeentelijk grondbeleid: wanneer is de gemeente Vpb-plichtig?

Gepubliceerd op: 13 november 2025
Type publicatie Kennisartikel
Gerelateerde onderwerpen

We zien steeds meer gemeenten overschakelen van risico-avers passief grondbeleid naar actief grondbeleid. Het onderscheid tussen belast en onbelast grondbeleid wordt daarmee steeds belangrijker. Grondbeleid is daarom een steeds belangrijker aandachtspunt bij de vennootschapsbelastingpositie van gemeenten. Niet alleen vanwege de aangifteplicht, maar ook door het kostenverhogende karakter van de vennootschapsbelasting.

Hoe hangen gemeentelijk grondbeleid en de vennootschapsbelasting samen? Onze experts lichten het toe.

Actief versus passief grondbeleid

Het grondbedrijf is in de praktijk vaak de grootste Vpb-plichtige activiteit. Twee veelvoorkomende soorten grondbeleid zijn: faciliterend grondbeleid en actief grondbeleid.

  • Bij faciliterend grondbeleid laat de gemeente het verwerven, bewerken en uitgeven van gronden over aan derden. De gemeente beperkt zich tot het stellen van randvoorwaarden, het vaststellen van het bestemmingsplan en het uitvoeren van toezicht op werkzaamheden. De gemeente probeert ruimtelijke plannen te realiseren, terwijl ze niet de eigendom heeft over grond.

  • Bij actief grondbeleid neemt de gemeente zélf de touwtjes in handen om ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren. De gemeente koopt gronden aan, maakt deze bouw- en woonrijp en verkoopt deze vervolgens aan ontwikkelaars of eindgebruikers.

Drie voorwaarden voor belaste activiteiten

Sinds 2016 zijn gemeenten belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting (Vpb) voor zover zij een fiscale onderneming drijven. Dat is het geval als (1) met een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid (2) wordt deelgenomen aan het economische verkeer (3) met het oogmerk om daarmee winst te behalen. Als aan deze drie cumulatieve voorwaarden wordt voldaan, is er sprake van Vpb-plicht. Als sprake is van Vpb-plicht kan nog sprake zijn van een wettelijke vrijstelling.

Wanneer vormt gemeentelijk grondbeleid een ondernemingsactiviteit?

Om vast te stellen of sprake is van een belaste ondernemersactiviteit, toets je kort gezegd per activiteit of sprake is van een fiscale onderneming. Dit kun je per grondexploitatie doen, maar in de praktijk gaat men er vaak van uit dat alle (actieve) grondexploitaties samen onderdeel zijn van één activiteit. De toetsing of deze activiteit een fiscale onderneming is, vindt plaats aan de hand van de drie eerder genoemde cumulatieve eisen.

  1. Zowel bij faciliterend als actief grondbeleid is sprake van een organisatie van kapitaal en arbeid. Personeel voert de werkzaamheden uit (arbeid) en er zijn middelen (kapitaal) nodig om de werkzaamheden te verrichten. Het betreft bovendien geen kortstondige, eenmalige projecten maar langlopende processen (duurzaam).

  2. Voor de ontwikkeling van de gronden worden overeenkomsten aangegaan met derde partijen, waardoor ook sprake is van deelname aan het economisch verkeer.

  3. Of aan het winstoogmerkcriterium wordt voldaan, hangt deels af van de duur van het project. Vaak wordt gekeken of er over een periode van drie jaren (bijvoorbeeld T-1, T0, T1) overschotten worden behaald. Maar vanwege de aard van de activiteit wordt bij een gemeentelijk grondbedrijf soms een langere periode genomen. Dit vereist vaak het nodige rekenwerk.

Bij faciliterend grondbeleid wordt vaak niet aan dit derde criterium voldaan, omdat de werkzaamheden van de gemeente bekostigd worden uit de exploitatiebijdrage van de grondeigenaar die tot ontwikkeling van zijn gronden overgaat. Dit is ook bekend als ‘kostenverhaal’. Omdat de gemeente bij kostenverhaal alleen de gemaakte kosten verhaalt via een anterieure overeenkomst of een exploitatieplan, is er geen sprake van overschotten.  

Bij actief grondbeleid ligt de toetsing van het winstoogmerkcriterium ingewikkelder. Wij gebruiken hiervoor onze QuickScan en de cijfers uit de MPG (meerjarenperspectief grondexploitaties). Hierbij moet voor fiscale doeleinden nog een aantal verschillen worden gecorrigeerd. Bij het gemeentelijk grondbedrijf gaat het bijvoorbeeld om grondbedrijf-vreemde activiteiten, kapitaalstortingen en -onttrekkingen, en in de grondexploitaties opgenomen rente. Biedt de QuickScan nog steeds niet voldoende duidelijkheid? Dan kunnen we met de Post QuickScan ook rekening houden met fiscaal toerekenbare rente.  

Wanneer moet een gemeente een aangifte vennootschapsbelasting indienen?

Een gemeente moet een aangifte vennootschapsbelasting indienen als er sprake is van een fiscale onderneming. Ook wanneer een uitnodiging tot het doen van aangifte is ontvangen, is een aangifte verplicht. In die aangifte worden jaarlijks álle belaste activiteiten gerapporteerd. Let op: de fiscale jaarcijfers kunnen om verschillende redenen afwijken van de reguliere cijfers. Zorg daarom dat je je laat bijstaan door een adviseur. Meer weten over de aangifte vennootschapsbelasting voor gemeenten? Lees hier onze inzichten.

De adviseurs van Baker Tilly hebben ruime ervaring met gemeenten en helpen je graag bij je fiscale uitdagingen: van het beoordelen of sprake is van belastbaarheid, tot het opstellen en indienen van de aangiften. En ook voor zaken als een Tax Control Framework voor betere grip op de positie, btw en het Btw-compensatiefonds, en andere non-profit- en overheidsexpertise ben je bij ons aan het juiste adres

Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden je aan om met jouw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen, events en klantverhalen

Schrijf je in voor onze nieuwsbrief