Skip to content

Interview met Philippe Albert over ontwikkelingen in de bedrijfopvolgingsregeling

Gepubliceerd op: 05 oktober 2023
Type publicatie Kennisartikel

Op Prinsjesdag zijn, niet geheel onverwacht, wijzigingen voorgesteld aan een aantal fiscale regelingen rondom de bedrijfsopvolging. In dit artikel bespreekt Philippe Albert, Directeur Bureau Vaktechniek Belastingadviseurs bij Baker Tilly, de achtergrond én de toekomst van de bedrijfsopvolgingsregelingen.

De bedrijfsopvolgingsregelingen

“De bedrijfsopvolgingsregeling kennen we in haar huidige vorm sinds 2010,” vertelt Philippe. “De wet kent twee aparte regelingen. Een doorschuifregeling voor aanmerkelijkbelanghouders (hierna: DSR-AB) in de inkomstenbelasting en een bedrijfsopvolgingsfaciliteit (hierna: BOR) in de Successiewet.” Waar de DSR-AB zorgt voor belastinguitstel door de inkomstenbelastingclaim door te schuiven naar de opvolger, leidt de BOR tot een (gehele of gedeeltelijke) vrijstelling van schenk- en erfbelasting. Dit laatste leidt tot veel wetenschappelijke kritiek op de BOR. Philippe legt uit: “De gedachte achter de BOR is dat de verschuldigdheid van schenk- en erfbelasting de onderneming niet in gevaar mag brengen. Maar die angst is in veel gevallen ongegrond, blijkt uit cijfers. Vaak is er genoeg liquiditeit aanwezig om de schenk- of erfbelasting te betalen, of zou een betalingsregeling zoals we die vroeger kenden een doelmatigere oplossing zijn.”

Bedrijfsopvolging in de schijnwerpers: kabinet neemt actie

“De bedrijfsopvolgingsregelingen staan in de schijnwerpers, en het kabinet stelt kleine aanpassingen voor,” vervolgt Philippe. “Een deel van die aanpassingen gaat naar verwachting per 1 januari 2024 in. Daarnaast zijn ook wijzigingen per 2025 en 2026 voorgesteld.” Philippe licht toe: “Vanaf 1 januari 2024 wordt bijvoorbeeld wettelijk vastgelegd dat aan derden verhuurd vastgoed niet als ondernemingsvermogen kwalificeert en de bedrijfsopvolgingsregeling en de doorschuifregeling daarom niet op die vermogensbestanddelen van toepassing zijn. Maar eigenlijk is dat niet meer dan het vastleggen van bestaande jurisprudentie.” Verder wordt voor de DSR-AB de dienstbetrekkingseis, die bepaalt dat de opvolger minimaal drie jaar in dienst moest zijn bij de onderneming, naar verwachting per 2025 afgeschaft. Philippe: “De dienstbetrekkingseis is vormvrij en makkelijk in te vullen. Er worden namelijk geen eisen gesteld aan de aard of omvang van de dienstbetrekking. De afschaffing van de dienstbetrekkingseis betekent dus de afschaffing van een lichte eis.”

Voor het kleinere MKB is er wel ‘goed nieuws’: het kabinet wil de vrijstelling voor ondernemingsvermogen in de schenk- en erfbelasting verhogen van € 1.205.871 naar € 1,5 miljoen. Daar staat tegenover dat de vrijstelling over het meerdere wordt verlaagd van 83% naar 70%. Philippe vult aan: “Dit is in principe in het voordeel van de kleinere Mkb’ers, maar het zijn geen grote verschuivingen. Datzelfde geldt voor de voorgenomen afschaffing van de doelmatigheidsmarge die ook per 2025 zou moeten plaatsvinden: ook dat is niet wereldschokkend.”

De toekomst van de bedrijfsopvolgingsregeling

Hoewel vaak wordt gesproken over een verdere versobering van de faciliteiten, vraagt Philippe zich af of het zo’n vaart zal lopen. “Het blijft natuurlijk afwachten welk politiek klimaat er na de verkiezingen is.” Philippe heeft niet het vermoeden dat er op korte termijn een volledige afschaffing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten dreigt. “Daar zijn de regelingen te belangrijk voor, en de belangen te groot.”

Is dit hét moment om een BOR-traject te starten?

“Voor ondernemers staat het belang van de onderneming voorop,” denkt Philippe. “Zeker voor familiebedrijven is het goed om op tijd na te denken over de toekomst. Zodat een zorgvuldig afwegingsproces aan de opvolging kan voorafgaan. De fiscaliteit moet niet de oorzaak, maar een gevolg zijn van de gemaakte keuzes.”

“Het feit dat de DSR-AB en BOR voorlopig niet ter discussie staan, kan een zekere rust geven,” zegt Philippe tot besluit. Toch blijft het belangrijk om goed in de gaten te houden welke gevolgen wetswijzigingen hebben voor de opvolgingsplannen.

Door nu het gesprek aan te gaan over de opvolging kunnen belangrijke keuzes weloverwogen gemaakt worden. Een bedrijfsopvolging moet geen hoofdpijndossier zijn.

Wilt u meer weten over bedrijfsopvolging? Op onze themapagina Bedrijfsopvolging leggen we de mogelijkheden en de belangrijkste aandachtspunten uit.

Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief