Skip to content
Foto van afspraak

Nieuw belastingverdrag Nederland en België: de hoofdpunten op een rij

Gepubliceerd op: 04 september 2023
Type publicatie Kennisartikel

Het belastingverdrag tussen Nederland en België regelt welk land mag heffen als een inwoner van België inkomen geniet uit Nederland en andersom. Dit voorkomt dubbele belastingheffing.

Het huidige verdrag stamt uit 2001 en was aan modernisering toe. Op 21 juni 2023 is een nieuw verdrag tussen Nederland en België ondertekend. Het verdrag moet in beide landen nog een formele goedkeuringsprocedure door.

In dit artikel bespreken we een aantal wijzigingen ten opzichte van het huidige verdrag.

Inwonerschap: wie kan een beroep doen op het verdrag?

Alleen inwoners van een verdragsland kunnen het verdrag toepassen. Onder het oude verdrag zijn personen enkel inwoner voor het verdrag als zij zijn onderworpen aan belastingheffing. Het nieuwe verdrag bepaalt voor rechtspersonen (bijvoorbeeld een BV) dat zij inwoner zijn als zij voor de Nederlandse vennootschapsbelasting inwoner zijn van Nederland. Daadwerkelijke onderworpenheid is daardoor niet meer nodig om het nieuwe verdrag te kunnen toepassen. Zo zijn Nederlandse verenigingen en stichtingen ook inwoner in de zin van het nieuwe verdrag als zij onder de Nederlandse wetgeving niet vennootschapsbelastingplichtig zijn.

Antimisbruikbepaling toegevoegd

Steeds vaker kennen verdragen een bepaling die toepassing van het verdrag uitsluit in geval van fiscaal gedreven structuren. Ook in het nieuwe verdrag tussen Nederland en België is een antimisbruikbepaling opgenomen. Dit houdt kort gezegd in dat het verdrag niet mag worden toegepast als kan worden geconcludeerd dat het verkrijgen van het verdragsvoordeel de voornaamste reden was van een constructie of transactie.

Vaste inrichting: gewijzigd begrip

Als een onderneming werkzaamheden verricht in een ander land, kan sprake zijn van een vaste inrichting in het land waar deze activiteiten worden uitgevoerd. Vaak moet dan belasting worden betaald in het land van de vaste inrichting. Als een vennootschap voor beperkte tijd actief is in het andere land of als er werkzaamheden plaatsvinden die niet tot de kernactiviteiten van de vennootschap behoren, is onder omstandigheden geen sprake van een vaste inrichting. In het nieuwe verdrag is de definitie van de vaste inrichting aangescherpt om te voorkomen dat een structuur zodanig wordt opgezet dat er (gericht) geen vaste inrichting ontstaat. Bijvoorbeeld door het verdelen van activiteiten over meerdere groepsvennootschappen of het opknippen van werkzaamheden in tijd.

Dividend en rente: aanpassingen percentages en heffingsrecht

Op dividendbetalingen kennen de meeste belastingverdragen een (beperkt) heffingsrecht toe aan het land waar de vennootschap die het dividend uitbetaalt is gevestigd (het bronland). In het huidige belastingverdrag met België is dat 5% voor vennootschappen die een aandelenbelang van 10% of meer in de uitkerende vennootschap bezitten (deelnemingsdividenden). Voor overige gevallen is dat 15%.

Onder het nieuwe verdrag mag het bronland geen dividendbelasting meer heffen als het aandelenbelang van 10% of meer ten minste 365 dagen wordt gehouden. Wordt niet aan deze voorwaarde voldaan, dan geldt een tarief van 15%.

Op rentebetalingen mag het bronland niet meer heffen onder het nieuwe verdrag, terwijl onder het huidige verdrag een bronheffing van 10% mogelijk is.

Geëmigreerde aanmerkelijkbelanghouders

Aanmerkelijkbelanghouders (met een aandelenbelang van 5% of meer in een Nederlandse vennootschap) die zelf van Nederland naar België emigreren, krijgen een belastingaanslag voor de meerwaarde op hun aandelen ten tijde van hun emigratie. Voor de betaling van deze zogenoemde conserverende aanslag  wordt voor onbepaalde tijd uitstel verleend. De conserverende aanslag is pas (deels of geheel) invorderbaar bij verkoop van de aandelen of bij een dividenduitkering.

Het nieuwe verdrag staat Nederland toe om dividenduitkeringen die binnen 10 jaar na de emigratie plaatsvinden te belasten. Dit geldt ook als de Nederlandse vennootschap is ‘meeverhuisd’ naar België en het dus een zuiver Belgische situatie betreft. Dit heffingsrecht voor Nederland geldt alleen voor zover de conserverende aanslag openstaat.

Ook als de aanmerkelijkbelanghouder zijn aandelen na zijn emigratie naar België verkoopt, mag Nederland onder het nieuwe verdrag de conserverende aanslag innen.

Minimumbelasting

De EU kent een Richtlijn ten aanzien van een minimumbelasting op winsten. Deze houdt in dat het effectieve belastingtarief op winsten per jurisdictie ten minste 15% moet zijn. Nederland implementeert deze richtlijn in de vorm van de Wet Minimumbelasting 2024. In het nieuwe verdrag is expliciet opgenomen dat het nieuwe verdrag toepassing van deze minimumbelasting niet in de weg staat.

Inwerkingtreding verdrag Nederland-België

De verdragstekst moet zowel in Nederland als in België nog officieel goedgekeurd worden. Aangezien er in beide landen verkiezingen voor de deur staan, is de verwachting dat de goedkeuring niet voor het einde van het jaar rond zal zijn. Waarschijnlijk zal het nieuwe verdrag pas per 1 januari 2025 ingaan. Tot die tijd blijft het huidige verdrag uit 2001 van kracht. Uiteraard houden wij het proces in de gaten.

Wees voorbereid op de veranderingen

De bepalingen van het nieuwe verdrag kunnen van grote invloed zijn op uw belastingpositie, zowel voor uw privésituatie als voor uw onderneming. Wij kunnen de mogelijke gevolgen voor u in kaart brengen, zodat u tijdig en goed bent voorbereid op de inwerkingtreding van het nieuwe verdrag. Wilt u meer weten? Onze adviseurs helpen u graag!

Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief