Skip to content
Gepubliceerd op: 23 november 2017
Type publicatie Kennisartikel
Gerelateerde onderwerpen
Per 1 januari 2017 is de regelgeving voor het terugvragen van btw op oninbare vorderingen vereenvoudigd. Hierover berichtten wij u reeds in ons eerdere nieuwsbericht. Kort gezegd houdt deze vereenvoudiging in dat vanaf 1 januari 2017 een vordering als oninbaar wordt aangemerkt indien deze één jaar na de uiterste betaaldatum nog niet is betaald.

Voor facturen die zijn uitgereikt vóór 1 januari 2017 is de uiterste betaaldatum, ofwel het moment van opeisbaarheid, fictief vastgesteld op 1 januari 2017.

Heeft u facturen uitgereikt vóór 1 januari 2017? En blijft betaling van deze facturen uit? Dan worden deze facturen 1 januari 2018 als oninbaar aangemerkt. U mag dan de reeds voldane btw in uw btw-aangifte van het eerste tijdvak van 2018 terugvragen.

Het terugvragen van deze btw kan op twee manieren:

  • U neemt het terug te vragen btw-bedrag als aftrekbare voorbelasting op in rubriek 5b van de btw-aangifte; of

  • U neemt het terug te vragen btw-bedrag als negatieve omzet met bijbehorende negatieve btw-bedrag op in rubriek 1a of 1b van de btw-aangifte.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief