Skip to content
Foto van briefgeld

Initiatiefwetsvoorstel voor een progressieve vermogensbelasting

Gepubliceerd op: 26 juli 2022
Type publicatie Kennisartikel
Er is de laatste tijd al veel te doen geweest om de belastingheffing in box 3. Zo oordeelde de Hoge Raad al dat box 3 in de huidige vorm niet houdbaar was, en kondigde de staatssecretaris van Financiën rechtsherstel en een nieuwe interim-rekenmethodiek aan. De daadwerkelijke aanpassing van de huidige vermogensrendementsheffing werd onder andere vanwege uitvoeringsproblemen vooruitgeschoven naar 2025 en het kabinetsvoorstel laat voorlopig op zich wachten. Vanuit de oppositie is inmiddels een initiatiefwetsvoorstel over box 3 ingediend.

Initiatiefwetsvoorstel Wet vermogensbelasting 2024

Op 13 juli 2022 dienden een viertal Kamerleden een initiatiefwetsvoorstel in voor een vermogensbelasting. In dit wetsvoorstel wordt een progressieve belastingheffing voorgesteld op vermogensbestanddelen die niet al zijn belast in box 1 of box 2 van de inkomstenbelasting. De grondslag komt hiermee in grote lijnen overeen met de huidige box 3-grondslag. Opvallend is dat in het wetsvoorstel het vermogen (bezittingen minus schulden) zelf wordt belast, en niet het (fictief of werkelijk) rendement zoals met het huidige systeem wordt beoogd.
Eén van de doelen van het initiatiefwetsvoorstel is het ‘matigen van de vermogensongelijkheid in Nederland’. Door een ruim heffingsvrij vermogen voor te stellen, gevolgd door een progressief belastingtarief, worden vooral de zeer vermogenden zwaar belast. Het voorgestelde progressieve tarief loopt op tot 5% van de vermogensgrondslag boven de € 4,9 miljoen.

Beoogde inwerkingtreding en samenloop

De beoogde datum van inwerkingtreding van de progressieve vermogensbelasting is 1 januari 2024. In het voorstel wordt opgemerkt dat de vermogensbelasting bovenop een eventuele nieuwe vermogensaanwasbelasting zou komen te gelden, zij het dat er een (niet nader uitgewerkte) verrekenmogelijkheid zou moeten gelden.

Status van het voorstel

De meeste wetsvoorstellen worden door het kabinet ingediend, om vervolgens besproken, zo nodig aangepast, en tot slot goedgekeurd te worden door de Tweede Kamer. Omdat het kabinet vaak al een meerderheid heeft in de Tweede Kamer, is de kans groot dat een wetsvoorstel wordt goedgekeurd.
Een initiatiefwetsvoorstel wordt daarentegen ingediend door één of meer Tweede Kamerleden. Initiatiefwetsvoorstellen worden op vrijwel dezelfde wijze behandeld als wetsvoorstellen die door de regering worden ingediend. Het voornaamste verschil is dat de indienende Kamerleden het initiatiefwetsvoorstel zelf in de Kamer verdedigen, in plaats van dat de leden van de regering dit doen.

Vervolgstappen

De partijen van de Kamerleden die het initiatiefwetsvoorstel hebben ingediend, hebben geen meerderheid in de Tweede Kamer. Ook is onduidelijk met welk ‘tegenvoorstel’ het kabinet zal komen, en hoe de verschillende voorstellen zich tot elkaar zullen verhouden. Het is daarom onzeker of het wetsvoorstel daadwerkelijk zal worden aangenomen. Het debat is op dit moment nog niet ingepland, maar het zou voor de hand liggen om het voorstel rond Prinsjesdag (20 september 2022) verder te bespreken.

Uiteraard houden wij de ontwikkelingen rondom box 3 in de gaten. Heeft u vragen over de huidige regelgeving, het rechtsherstel voor eerdere jaren, of de verwachte wijzigingen? Uw adviseur bespreekt het graag met u.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief