Skip to content
Foto van kantoor

Hoge Raad legt voorwaarden bedrijfsopvolgingsregeling uit

Gepubliceerd op: 03 juni 2020
Type publicatie Kennisartikel
Gerelateerde onderwerpen
Op 29 mei 2020 heeft de Hoge Raad in meerdere zaken uitspraak gedaan over toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet (BOR). De BOR voorziet onder voorwaarden in een vrijstelling van schenk- en erfbelasting bij overdracht van een onderneming. In 2020 geldt tot een waarde van de onderneming van € 1.102.209 bij schenking of vererving een vrijstelling van 100%. Als de onderneming meer waard is, is 83% van die waarde vrijgesteld. De uitspraak van de Hoge Raad ziet op twee voorwaarden van de BOR: de zogenoemde ondernemingseis en de bezitseis.

Voorwaarden toepassing BOR op schenking aandelen

Aan de hand van de volgende situatie leggen wij de uitspraken van de Hoge Raad uit.

Een directeur-grootaandeelhouder (dga) houdt alle aandelen in zijn persoonlijke houdstermaatschappij H B.V. H B.V. houdt alle aandelen in de werkmaatschappij W B.V., die een onderneming drijft. De dga schenkt de aandelen in H B.V. aan zijn zoon of dochter.

Foto van figuur

Bij schenking van de aandelen H B.V. kan de BOR toegepast als, kort gezegd, aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

  • Ondernemingseis
    W B.V. moet al ten minste vijf jaren een (materiële) onderneming drijven;

  • Bezitseis

    • H B.V. moet de aandelen in W B.V. ten minste vijf jaren in eigendom hebben gehad;

    • de dga moet de aandelen in H B.V. ten minste vijf jaren in eigendom hebben gehad;

  • Voortzettingseis

    • De zoon of dochter moet de onderneming ten minste vijf jaren voortzetten.

Ondernemingseis

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat als een deel van het vermogen van een onderneming is verkregen binnen de termijn van vijf jaren, dat de toepassing van de BOR niet hoeft te verhinderen. Ook niet als dat vermogen vóór de verkrijging een zelfstandige onderneming (van een ander) was. Wel is het van belang dat dit verkregen vermogen is opgegaan in de bestaande onderneming van W B.V.

Foto van figuur

Bezitseis

De dga moet de aandelen in H B.V. ten minste vijf jaren in eigendom hebben gehad. Daarnaast moet H B.V. de aandelen in W B.V. ten minste vijf jaren in eigendom hebben gehad en W B.V. moet gedurende die periode een onderneming hebben gedreven.

Foto van figuur

In het hierboven weergegeven voorbeeld houdt H B.V. alle aandelen in W1 B.V. en W2 B.V., die beide een afzonderlijke onderneming drijven. H B.V. houdt op het moment van schenking de aandelen in W1 B.V. langer dan vijf jaren en de aandelen in W2 B.V. korter dan vijf jaren.

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat de BOR wordt toegepast per afzonderlijke onderneming. Als H B.V. meerdere ondernemingen drijft, moeten de voorwaarden van de BOR per onderneming worden getoetst. Voor zover de waarde van de aandelen in H B.V. betrekking heeft op de onderneming van W2 B.V., is de BOR niet van toepassing bij schenking van de aandelen in H B.V., omdat ten aanzien van W2 B.V. niet aan de bezitseis is voldaan.

Anticipeer tijdig op bedrijfsoverdracht

De BOR is een belangrijke, maar ingewikkelde faciliteit voor (familie)bedrijven bij de overdracht van de onderneming naar de volgende generatie. Vanwege de vijfjaarstermijn is het van belang op de bedrijfsoverdracht te anticiperen. Laat u daarom tijdig adviseren door uw adviseur bij Baker Tilly. Wij maken graag inzichtelijk wat deze uitspraak van de Hoge Raad betekent voor uw  situatie. Neem daarvoor contact met ons op. Ook met andere vragen over de BOR kunt u bij onze adviseurs terecht.

 

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief