Skip to content
Foto van trap

Onderzoek: familiebedrijven onderschatten meerwaarde RvC

Gepubliceerd op: 11 oktober 2013
Type publicatie Publicaties
Gerelateerde onderwerpen
Slechts 22% van de familiebedrijven in Nederland met meer dan 200 medewerkers beschikt over een Raad van Commissarissen of Raad van Advies. Ter vergelijking, bij niet-familiebedrijven is dat percentage 60%. De overgrote meerderheid van de familiebedrijven met een Raad is hier echter zeer tevreden over. Ruim 80% van de familiebedrijven die een Raad hebben, adviseert andere familiebedrijven om ook een Raad in te stellen. Dit is een van de hoofdconclusies uit het onderzoek ’Goed ondernemingsbestuur bij familiebedrijven’ van Nyenrode Business Universiteit, Baker Tilly en ING.

Advies boven toezicht

Directeuren van familiebedrijven hechten veel minder waarde aan de toezichthoudende rol van een Raad dan hun collega’s van niet-familiebedrijven. Als belangrijkste reden voor het hebben van een Raad wordt het adviseren en scherp houden van de directie (beide 90%) genoemd. Prof. dr. Roberto Flören, hoogleraar familiebedrijven aan Nyenrode en auteur van het onderzoeksrapport: “Familiebedrijfsdirecteuren met een Raad gaven in de interviews aan dat zij in de Raad een objectieve gesprekspartner en klankbord vinden. Ook krijgen ze door die Raad toegang tot nieuwe netwerken. Voor hen is de meerwaarde evident en zij willen niet anders meer.”

Leren van niet-familiebedrijven

Stefan Jansen, partner bij Baker Tilly en medeauteur van het onderzoeksrapport: ”Driekwart van de familiebedrijven stelt dat zij nog geen behoefte hebben aan de adviezen van een Raad. Nederlandse familiebedrijven zijn belangrijk voor onze economie. Niet-familiebedrijven kunnen veel van de kracht van het familiebedrijf leren. Echter, wat betreft goed bestuur kunnen familiebedrijven nog leren van niet-familiebedrijven. Vaak gehoorde redenen van familiebedrijven om geen Raad te hebben zijn: de geringe behoefte aan externe adviezen (76%), te hoge kosten (64%), onvoldoende bekendheid met de voordelen (33%) en de moeite om goede leden te krijgen (12%). Deze bezwaren wegen veel minder zwaar bij directeuren van niet-familiebedrijven. Zij zijn dan ook veel verder met het thema goed bestuur.”

Andere eisen aan commissaris

Aanleiding van het onderzoek is de toenemende aandacht in Nederland voor corporate governance bij bedrijven. Ook in relatie tot familiebedrijven wordt goed bestuur een steeds belangrijker thema. Commissarissen van familiebedrijven moeten wel van goed huize komen. Zo vindt 84% van de directeuren van familiebedrijven met een Raad het belangrijk dat de leden van de Raad begrip hebben voor de dynamiek van familiebedrijven. Voorts vindt 65% van hen dat de leden van die Raad mede verantwoordelijk zijn voor een goede balans tussen familie- en bedrijfsbelangen.

Het onderzoeksrapport is te bestellen en downloaden

PDF onderzoeksrapport

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief