
Wijziging btw-sportvrijstelling
Kern van de aanstondse wijzigingen
Uit de rechtspraak van het Hof van Justitie EU volgt dat de huidige Nederlandse btw-sportvrijstelling te beperkt is, waardoor zij niet in overeenstemming is met de Europese btw-regelgeving. Dit heeft het Kabinet ertoe gezet om de tekst van de btw-sportvrijstelling in de Wet op de omzetbelasting 1968 aan te passen. Vanaf 1 januari 2019 zal de vrijstelling van toepassing zijn op ‘diensten die nauw samenhangen met de beoefening van sport of met lichamelijke opvoeding en die door instellingen worden verricht voor personen die aan sport of lichamelijke opvoeding doen.’ Een belangrijke wijziging ten opzichte van de huidige situatie is dat de btw-sportvrijstelling ook gaat gelden voor diensten in het kader van sportbeoefening die worden verricht aan niet-leden. Daarnaast zal ook lichamelijke opvoeding onder de btw-sportvrijstelling vallen, en wordt de definitie van het criterium ‘geen winst beogen’ aangescherpt.
Vragen
Wilt u weten wat de verruiming van de btw-sportvrijstelling voor uw organisatie betekent? Neemt u dan contact op met onze btw-specialist Jayant Rakhan (06 12 02 41 49).
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.
Andere inzichten
-
08 november 2023
Fiscale eindejaarstips 2023: sluit het jaar goed af en ga voorbereid 2024 in
-
20 september 2023
Veranderingen op komst in de vastgoedwereld
-
18 september 2023
Let op: Vanaf 1 januari 2024 gewijzigde btw-behandeling prestaties tussen hoofdhuis en vaste inrichting