Skip to content
Foto van hamer van rechter

Houdsterverliezen verrekenbaar met niet-houdsterwinsten

Tot 2019 gold dat verliezen die werden geleden door vennootschappen die (nagenoeg) geheel houdster- of financieringsactiviteiten verrichtten, enkel verrekend werden met winsten in jaren waarin zij ook (nagenoeg) geheel houdster- of financieringsactiviteiten verrichten. Sinds 2019 is deze zogenoemde ‘houdsterverliesregeling’ afgeschaft, maar voor dergelijke ‘houdsterverliezen’ geleden t/m 2018 geldt vanwege overgangsrecht nog dat deze beperkt verrekenbaar zijn met toekomstige winsten. De Hoge Raad heeft recent geoordeeld dat deze houdsterverliezen onder omstandigheden toch verrekenbaar zijn met ‘normale’ winsten.

Fiscale eenheid met nieuw opgerichte dochtervennootschap

De situatie die voor de Hoge Raad lag was als volgt. In 2010 werd het verlies van Houdster B.V. aangemerkt als een houdsterverlies (stel 100). Op 24 december 2015 richtte Houdster B.V. een dochtervennootschap, D2 B.V., op. Met ingang van die oprichtingsdatum gingen Houdster B.V. en D2 B.V. een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting aan. In 2016 leed Houdster B.V. een verlies (stel 10) en maakte D2 B.V. ‘normale’ winst (stel 100). De fiscale eenheid maakte daardoor een winst van 90.

Figuur over houdsterverliezen

De vraag was of de winst van de fiscale eenheid in 2016 kon worden verminderd met het houdsterverlies uit 2010. Volgens de Hoge Raad kon dit, omdat:

  • ondanks de fiscale eenheid de activiteiten van Houdster B.V. enkelvoudig werden beoordeeld om te bepalen of haar activiteiten (nagenoeg) geheel uit houdster- en financieringsactiviteiten bestaan (wat het geval was)

  • de winst van een vennootschap die bij haar oprichting wordt opgenomen in een fiscale eenheid (D2 B.V.) wordt aangemerkt als winst van de vennootschap die haar heeft opgericht (Houdster B.V.)

De ‘normale’ winst van D2 B.V. (100) werd dus aangemerkt als een winst van Houdster B.V., terwijl Houdster B.V. niet haar status als houdster- of financieringsvennootschap had verloren.

Gevolgen voor de praktijk

Het arrest van de Hoge Raad biedt kansen om bestaande houdsterverliezen te kunnen verrekenen. In het kader van het Belastingplan 2022 heeft het kabinet een wetswijziging voorgesteld die een einde moet maken aan de beschreven verliesverrekening in de situatie met een nieuw opgerichte dochtermaatschappij die wordt gevoegd in een fiscale eenheid. Deze voorgestelde inwerkingtreding van de wetswijziging is 1 januari 2022. 

Onze belastingadviseurs helpen u graag indien u vragen heeft over deze problematiek.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief