Ontwikkelingen en voortgang rechtsherstel box 3
De Hoge Raad heeft op 24 december 2021 beslist dat de box 3-heffing strijdig is met het eigendomsrecht en het discriminatieverbod uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Die beslissing heeft tot gevolg dat de staatssecretaris rechtsherstel moet bieden aan bepaalde belastingplichtigen. Eerder had de staatssecretaris al bekendgemaakt welke rekenmethodiek de Belastingdienst voor de jaren 2017-2022 voor dat rechtsherstel zou hanteren, namelijk de zogenoemde forfaitaire spaarvariant. Op 28 juni 2022 heeft de staatsecretaris een besluit gepubliceerd, waarin de forfaitaire spaarvariant nader wordt ingevuld voor drie groepen belastingplichtigen.
Drie groepen belastingplichtigen
Het besluit heeft betrekking op (opgelegde of nog op te leggen) aanslagen inkomstenbelasting voor de jaren 2017-2022 van de volgende drie groepen belastingplichtigen:
belastingplichtigen van wie het bezwaar tegen de aanslag is aangemerkt als zogenoemd massaal bezwaar;
belastingplichtigen bij wie de aanslag inkomstenbelasting op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond; en
belastingplichtigen bij wie de aanslag op 28 juni 2022 nog niet is vastgesteld.
Hoewel voor de laatstgenoemde groep technisch gezien geen sprake is van rechtsherstel, wordt de groep voor de duidelijkheid toch in het besluit genoemd. Er wordt per belastingjaar bekeken of een belastingplichtige in dat jaar tot één van de drie groepen behoort.
Rechtsherstel voor de drie groepen
Voor de drie bovengenoemde groepen geldt dat de box 3-belasting voor het rechtsherstel wordt berekend op basis van de forfaitaire spaarvariant. Hiertoe worden de bezittingen en schulden eerst in drie vermogenscategorieën gesplitst: banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Elke categorie kent een eigen rendementspercentage, dat per jaar verschilt. De box 3-belasting wordt uiteindelijk forfaitair vastgesteld aan de hand van de daadwerkelijke ‘vermogensmix’.
Wanneer de resulterende box 3-belasting lager is dan in de aanslag was vastgesteld, wordt de aanslag door de belastinginspecteur verminderd. Hiervoor hoeft geen verzoek te worden ingediend. Als de oorspronkelijke berekening lager was, dan blijft dat lagere bedrag gelden. De belastingplichtige ontvangt daarover een bericht van de Belastingdienst.
Ook voor de derde categorie geldt dat de voordeligste van de twee rekenmethoden wordt gehanteerd. Een belastingplichtige zal dus geen belastingnadeel ondervinden van de forfaitaire spaarvariant.
Gevolgen van het rechtsherstel
De staatssecretaris noemt in het besluit een aantal bijkomende gevolgen van het rechtsherstel. Zo zal een aanpassing van het box 3-inkomen gevolgen kunnen hebben voor het verzamelinkomen. Een herberekening kan ook gevolgen hebben voor de (optimale) verdeling van bepaalde aftrekposten, zoals giftenaftrek. Als u het niet eens bent met het geboden rechtsherstel, of bijvoorbeeld de verdeling van aftrekposten wenst te herzien, bespreek dit dan met uw belastingadviseur.
Overige belastingplichtigen
Belastingplichtigen die niet tot een van de bovengenoemde drie groepen behoren, krijgen vooralsnog geen rechtsherstel geboden. De staatssecretaris heeft de Tweede Kamer op 8 juli 2022 geïnformeerd over een aantal denkrichtingen voor compensatie van die belastingplichtigen. Het kabinet verwacht hieruit in augustus een keuze maken en de uitkomsten op Prinsjesdag (20 september 2022) te presenteren. Daarna zal de besluitvorming door de Tweede Kamer plaatsvinden.
Wij houden de ontwikkelingen voor u in de gaten. Heeft u vragen over de huidige stand van zaken omtrent box 3? Uw adviseur bespreekt het graag met u.
Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.