Skip to content

Overzicht btw 2024: zet de volgende deadlines in uw agenda

Gepubliceerd op: 28 december 2023
Type publicatie Kennisartikel

Of u nu maandelijks of per kwartaal btw-aangifte moet indienen, de deadlines zijn strikt. U moet op tijd uw aangiftes indienen én de betaling moet tijdig op de bankrekening van de Belastingdienst zijn ontvangen. Daarnaast kunnen er aanvullende btw-aangifteverplichtingen voor uw onderneming gelden. Wij zetten de hoofdregels omtrent aangiftes en deadlines voor in Nederland gevestigde btw-ondernemers voor u op een rij.

Btw-aangifte voor btw-ondernemers gevestigd in Nederland

Als uw onderneming als btw-plichtig is aangemerkt, wordt u door de Belastingdienst geïnformeerd of u maandelijks of per kwartaal een aangifte moet indienen. De btw-aangifte moet uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de aangifteperiode zijn ingediend. Doet u maandelijks aangifte? Dan moet u de btw-aangifte over de maand januari 2024 dus uiterlijk 29 februari 2024 indienen.

Als uit de btw-aangifte volgt dat u btw moet afdragen, zorg dan dat het te betalen bedrag uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de aangifteperiode op de bankrekening van de Belastingdienst is ontvangen. Dient u de aangifte te laat in, of is een te betalen bedrag niet op tijd door de Belastingdienst ontvangen? Dan bestaat er een risico dat een boete wordt opgelegd.

Let op: voor de betaaldeadlines geldt dat wanneer zij in het weekend of op algemeen erkende feestdagen vallen, gezien het beperkte betalingsverkeer op dergelijke dagen de betaling uiterlijk op de laatste werkdag voorafgaand aan de deadline op de bankrekening van de Belastingdienst moet zijn ontvangen.

Uitzondering kleine IB-ondernemers: jaaraangifte op verzoek

Bepaalde (kleine) ondernemers voor de inkomstenbelasting kunnen verzoeken om een jaarlijkse btw-aangifte in te mogen dienen. Daarvoor geldt een aantal strikte eisen met betrekking tot bijvoorbeeld de hoogte van de omzet en de af te dragen btw. Bovendien moet van tevoren een speciaal verzoek worden ingediend bij de Belastingdienst. Als u jaarlijks aangifte mag doen, dan moet uw btw-aangifte uiterlijk 31 maart van het volgende jaar zijn ingediend. Eventueel verschuldigde btw moet ook uiterlijk op die datum op de bankrekening van de Belastingdienst zijn ontvangen. Mocht 31 maart op een weekenddag of algemeen erkende feestdag vallen, dan moet gezien het beperkte betalingsverkeer op dergelijke dagen de betaling uiterlijk op de laatste werkdag voorafgaand aan 31 maart zijn ontvangen. Volgt uit de jaaraangifte omzetbelasting 2023 een te betalen bedrag, dan moet dit in de praktijk dus uiterlijk vrijdag 29 maart 2024 door de Belastingdienst zijn ontvangen.

Opgaaf Intracommunautaire Prestaties

Levert u goederen en/of verricht u diensten aan btw-ondernemers in andere EU-landen? Dan moet u ook aangifte doen met betrekking tot intracommunautaire prestaties: de Opgaaf Intracommunautaire Prestaties (‘Opgaaf ICP’). U rapporteert de omzet met betrekking tot deze leveringen en/of diensten in rubriek 3b van uw (reguliere Nederlandse) btw-aangifte. Daarnaast moet u een Opgaaf ICP over deze tijdvakken indienen, waarin het bedrag uit de Nederlandse aangifte wordt gespecifieerd per btw-nummer van de afnemer. De Opgaaf ICP moet voor het einde van de maand volgend op het kalenderkwartaal zijn ingediend. Heeft u in een tijdvak geen intracommunautaire leveringen en geen intracommunautaire diensten? Dan hoeft u voor dat tijdvak geen Opgaaf ICP in te dienen.

Let op: als u in een kwartaal meer dan € 50.000 aan intracommunautaire goederenleveringen verricht, moet u op maandelijkse basis de Opgaaf ICP indienen voor dat kwartaal en de daaropvolgende vier kwartalen.

EU-afstandsverkopen en de One-Stop-Shop (OSS)

Als u goederen verkoopt aan consumenten (‘B2C’) waarbij de goederen worden geleverd in andere EU-landen, dan spreken we van zogenoemde EU-afstandsverkopen. Over deze verkopen is btw verschuldigd in het EU-land van aankomst van de goederen. Dit betekent dat u lokale btw moet berekenen op de verkoop, in de betreffende EU-landen geregistreerd moet zijn voor btw-doeleinden, btw-aangiftes moet indienen en btw moet afdragen. Vergelijkbare verplichtingen kunnen spelen voor het verrichten van elektronische diensten aan B2C afnemers en bepaalde specifieke diensten die in andere EU-landen aan B2C afnemers worden verricht (waaronder personenvervoer en restaurant-/cateringdiensten).

U kunt zich echter aanmelden voor de zogenoemde One-Stop-Shop (OSS) om uw administratieve lasten te verlichten. Via de OSS rapporteert u de verschuldigde btw over genoemde B2C-prestaties in alle andere EU-landen per kwartaal in een enkele OSS-aangifte. De verschuldigde btw draagt u dan af aan de Nederlandse Belastingdienst, die het vervolgens aan de lokale autoriteiten in de betreffende EU-landen doorbetaalt. De aangiftedeadline is de laatste dag van de maand volgend op het kalenderkwartaal. Op deze datum moet ook de betaling door de Belastingdienst zijn ontvangen. Uw adviseur vertelt u graag meer over de voordelen en de vereisten van de OSS.

Teruggaaf buitenlandse voorbelasting

Heeft u btw betaald in een EU-land waar u niet voor de btw bent geregistreerd (en ook niet hoeft te zijn)? En heeft u voor deze kosten recht op aftrek van voorbelasting? Dan kunt u de buitenlandse btw onder voorwaarden terugvragen via een “Verzoek om teruggaaf van btw uit andere EU-landen” bij de Nederlandse Belastingdienst. Voor deze teruggaaf gelden bepaalde drempelbedragen en andere formele vereisten. U moet het teruggaafverzoek vóór 1 oktober van het volgende jaar bij de Belastingdienst indienen.

Let op: om een teruggaafverzoek in te kunnen dienen heeft u speciale inloggegevens nodig, óók als u uw btw-aangiftes normaliter door uw adviseur laat indienen. Overleg met uw adviseur of het wenselijk is om die inloggegevens (nu al) aan te vragen.

Let op: voor teruggaaf van btw die in niet-EU-landen is belopen gelden afwijkende regels. De mogelijkheden tot teruggaaf zijn soms beperkt. Overleg met uw adviseur of het in uw situatie mogelijk is om btw in niet-EU-landen terug te vragen.

Wijziging per 2024 bij diensten tussen hoofdhuis en vaste inrichting

De behandeling van diensten tussen een hoofdhuis en een vaste inrichting voor de btw wijzigt. Wanneer het hoofdhuis en/of de vaste inrichting onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid voor de btw, bleven onderlinge prestaties voorheen veelal buiten de heffing van btw. Vanaf 1 januari 2024 gelden echter nieuwe regels, waardoor deze onderlinge prestaties wél btw-belast kunnen zijn. Dit kan gevolgen hebben voor onder andere de facturatie en de af te dragen btw. Lees hier meer over de nieuwe regels. Uw adviseur vertelt u graag of deze wijziging invloed heeft op uw btw-positie.

Niet in Nederland gevestigde btw-ondernemers

In dit artikel hebben wij een aantal belangrijke verplichtingen besproken die van toepassing kunnen zijn op in Nederland gevestigde ondernemers voor btw-doeleinden. Is uw onderneming in het buitenland gevestigd, maar heeft u wel te maken met Nederlandse btw? Dan gelden mogelijk afwijkende termijnen en deadlines. Onze adviseurs bespreken graag welke specifieke regels en verplichtingen op uw onderneming van toepassing zijn.

Let goed op uw btw-verplichtingen!

Naarmate uw onderneming groeit, of wanneer u bijvoorbeeld over de grens gaat ondernemen, kan dit invloed hebben op uw btw-verplichtingen. De ontwikkelingen op het vlak van de btw volgen elkaar bovendien snel op, vooral op EU-niveau. Het is daarom belangrijk om uw positie en verplichtingen goed in de gaten te houden. Wilt u meer weten over uw btw-positie, de deadlines die op uw onderneming van toepassing zijn en de bijbehorende verplichtingen? Onze btw-adviseurs helpen u graag!

Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden u aan om met uw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief