Baangerelateerde investeringskorting voor fiscale eenheid nog onzeker
Per 1 januari 2021 treedt de regeling van de baangerelateerde investeringskorting (BIK) in werking, onder de voorwaarde dat de Eerste Kamer het wetsvoorstel goedkeurt. De BIK houdt in dat de af te dragen loonheffingen door bedrijven kan worden verminderd met een percentage van de jaarlijkse investeringen. Het kabinet wil ook voorzien in toepassing van de BIK voor fiscale eenheden voor de vennootschapsbelasting (Vpb), maar het is nog onzeker of dat mogelijk is.
De BIK houdt in dat bedrijven per kalenderjaar 3,9% van hun investeringen tot € 5 miljoen en 1,8% van het meerdere in mindering kunnen brengen op hun afdracht van loonheffingen. De regeling is bedoeld voor de jaren 2021 en 2022 en beoogt het investeringsniveau in Nederland op peil te houden. Voor meer informatie over het wetsvoorstel verwijzen wij naar ons eerdere artikel.
BIK voor fiscale eenheid
Het hoofd van een fiscale eenheid doet één gezamenlijke aangifte voor zichzelf en haar dochtervennootschappen die deel uitmaken van de fiscale eenheid. Het komt voor dat het personeel van een groep vennootschappen die een fiscale eenheid vormen, niet is ondergebracht in de vennootschap die investeert in bedrijfsmiddelen. In dat geval wil het kabinet voorzien in een regeling waardoor de investering kan worden gedaan door een andere vennootschap dan de vennootschap die de BIK-afdrachtvermindering vraagt, zolang deze allebei deel uitmaken van dezelfde fiscale eenheid.
Buitenlandse vennootschappen kunnen geen onderdeel zijn van een fiscale eenheid en de BIK beoogt enkel investeringen in Nederland te stimuleren. Hierdoor kan het zijn dat een Nederlandse vennootschap geen gebruik kan maken van de BIK als de investering wordt gedaan door een buitenlandse groepsvennootschap in de EU, terwijl dat in een Nederlandse situatie door de vorming van een fiscale eenheid wel mogelijk is. Hierdoor worden buitenlandse investeringen nadeliger behandeld dan investeringen in Nederland.
Het kabinet heeft daarom de regeling van de BIK voor de fiscale eenheid voorgelegd aan de Europese Commissie. Deze regeling treedt dus voorlopig niet in werking. Als de Europese Commissie de regeling goedkeurt, treedt deze mogelijk alsnog in werking per 1 januari 2021 (met terugwerkende kracht als de Europese Commissie pas in 2021 de regeling goedkeurt). Vooralsnog kan een vennootschap die deel uitmaakt van een fiscale eenheid alleen in aanmerking komen voor de BIK voor haar eigen af te dragen loonheffing voor investeringen die zij zelf doet.
Als de Europese Commissie de regeling voor de fiscale eenheid niet goedkeurt, zal het kabinet deze niet invoeren. Het budget dat hiervoor was gereserveerd, wordt in dat geval per 1 januari 2021 gebruikt om de percentages van 3,9% en 1,8% te verhogen naar 5% respectievelijk 2,08%.
Wat betekent dit voor u?
Oefent u uw onderneming uit via meerdere vennootschappen die een fiscale eenheid vormen en overweegt u te investeren in bedrijfsmiddelen waardoor u in aanmerking zou komen voor de BIK? Dan is het vooralsnog raadzaam om ofwel de investering aan te gaan bij de vennootschap die in 2021 loonheffingen dient af te dragen ofwel de investering uit te stellen totdat de Europese Commissie de BIK voor de fiscale eenheid heeft goedgekeurd. Uiteraard zullen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen.
Heeft u vragen over de BIK? Neem dan contact op met onze belastingadviseurs.