De beconregeling en de gevolgen van te laat aangifte doen
De beconregeling houdt in dat de belastingadviseur volgens een bepaald schema gespreid over het jaar de aangiften van zijn cliënten mag indienen (‘becon’ staat voor ‘belastingconsulent’). Veel belastingplichtigen maken gebruik van de beconregeling om uitstel te krijgen voor het indienen van hun aangifte.
Voorbeeld
Een aangifte inkomstenbelasting 2016 moet vóór 1 mei 2017 zijn ingediend en een aangifte vennootschapsbelasting 2016 vóór 1 juni 2017. Bij gebruikmaking van de beconregeling moeten de aangiften inkomstenbelasting 2016 en vennootschapsbelasting 2016 uiterlijk vóór 1 mei 2018 bij de Belastingdienst binnen zijn. De belastingadviseur mag niet wachten met het indienen van alle aangiften over 2016 tot 1 mei 2018, maar moet de aangiften volgens een bepaald schema gespreid indienen.
Wanneer mag u niet meedoen met de beconregeling?
Wordt de aangifte in twee van de drie voorafgaande jaren niet op tijd (volgens het beconschema) ingediend, dan mag de belastingplichtige geen gebruik meer maken van de beconregeling (en gelden in beginsel weer de hiervoor genoemde reguliere aangiftetermijnen).
Gevolgen te laat indienen aangifte
Wordt de aangifte in twee van de drie voorafgaande jaren niet op tijd (volgens het beconschema) ingediend, dan mag de belastingplichtige geen gebruik meer maken van de beconregeling (en gelden in beginsel weer de hiervoor genoemde reguliere aangiftetermijnen). Als de aangifte niet binnen de gestelde aangiftetermijn is ingediend, volgt een aanmaning. De Belastingdienst zal een (verzuim)boete opleggen als de aangifte niet binnen de aanmaningstermijn is binnengekomen. Een verzuimboete kan oplopen tot € 5.278.
Belastingrente
Leidt de belastingaanslag tot een bij te betalen bedrag, dan kan de Belastingdienst belastingrente in rekening brengen. Voor de inkomstenbelasting is dat 4% en voor de vennootschaps- belasting 8%. U kunt belastingrente voorkomen door tijdig een (nadere) voorlopige aanslag te vragen.