Eindejaarsspecial 2019: internationaal

Is uw onderneming internationaal georiënteerd of opereert uw onderneming internationaal? Dan kunnen deze tips uit de Eindejaarsspecial van Baker Tilly interessant voor u zijn. Denk er bijvoorbeeld aan om, indien van toepassing, het landenrapport 2018 aan te leveren.

Voor een overzicht van alle tips uit de Eindejaarsspecial kunt u hier kijken. In het onderdeel Internationaal komen de volgende onderwerpen aan bod:

Wijziging definitie vaste inrichting

In internationale verhoudingen is het begrip ‘vaste inrichting’ van belang. Dit begrip is van belang voor meerdere Nederlandse belastingwetten. De Nederlandse Belastingdienst kan belastinginkomsten mislopen als de definitie van ‘vaste inrichting’ niet aansluit bij het toepasselijke belastingverdrag. Dit is de reden dat is voorgesteld om bij de definitie van vaste inrichting in de inkomstenbelasting, de loonbelasting en de vennootschapsbelasting per 1 januari 2020 te verwijzen naar het betreffende belastingverdrag. Laat de voor u toepasselijke belastingverdragen door uw adviseur checken op de vraag of u in Nederland een vaste inrichting heeft en hoe u eventueel kan voorkomen dat u in Nederland een vaste inrichting krijgt.

Let op: Bij niet-verdragssituaties moet u in principe aansluiten bij de meest recente versie van het OESO-modelverdrag.

Fiscaal transparante (buitenlandse) rechtsvorm

Het kan voordelig zijn om in Nederland een rechtsvorm te gebruiken die hier fiscaal zelfstandig is, maar in het buitenland fiscaal transparant. Dit kan bijvoorbeeld aan de orde zijn als een Duitse GmbH via een Kommanditgesellschaft (KG) in Nederland actief is en Nederland de KG gelijkstelt met een open commanditaire vennootschap. Als de KG een betaling doet aan de GmbH, is deze betaling nu in Nederland aftrekbaar maar mogelijk niet belast in Duitsland. Vanaf 1 januari 2020 kan Nederland de aftrek weigeren. Wordt de KG vervangen door een rechtsvorm die ook in Duitsland niet-transparant is, dan is de betaling in Duitsland belast en aftrekbaar in Nederland.

Oprichten van een tussenhoudster

Participeert uw bv via een buitenlands fiscaal transparant samenwerkingsverband in een buitenlands lichaam? As dit buitenlandse lichaam een betaling aan dat samenwerkingsverband doet, dan kan dit nu nog tot een aftrek leiden zonder dat daar tegenover een heffing staat. Maar na 1 januari 2020 kan de Belastingdienst de vergoeding bij uw Nederlandse bv belasten als de aftrek in het buitenland niet wordt geweigerd. U kunt dit voorkomen door te participeren via een buitenlandse tussenhoudstermaatschappij in het buitenlandse lichaam. De vergoeding is dan bij de tussenhoudster belast in het buitenland. Uitkeringen van dat lichaam aan uw bv vallen in principe onder de deelnemingsvrijstelling als uw bv minstens 5% van de aandelen houdt.

Lever op tijd het landenrapport 2018 aan

Als de moedermaatschappij van een multinationale groep is gevestigd in Nederland en het boekjaar van de groep het kalenderjaar volgt, moet zij vóór 1 januari 2020 het landenrapport over 2018 inleveren bij de Belastingdienst. In uitzonderingsgevallen kunnen ook Nederlandse groepsmaatschappijen van multinationale groepen waarvan de uiteindelijke moedermaatschappij is gevestigd in het buitenland, verplicht zijn het landenrapport aan te leveren. Het nalaten van deze verplichting kan een bestuurlijke boete of zelfs strafrechtelijke sancties als gevolg hebben. De (moeder)maatschappij hoeft geen landenrapport in te dienen als geconsolideerde groepsomzet in het boekjaar 2017 minder dan € 750 miljoen was.

Mocht u naar aanleiding van de Eindejaarsspecial 2019 nog vragen hebben, neem dan contact op met uw adviseur bij Baker Tilly.