Opstarttijd en wachttijd is werktijd en moet worden uitbetaald

Voor veel werknemers begint de werkdag met het opstarten van de computer, het overdragen van taken of het omkleden in bedrijfskleding. Sommige werknemers moeten voor deze “opstartwerkzaamheden” eerder op het werk verschijnen, maar lang niet altijd ontvangen zij hiervoor loon. Ook aan het einde van de werkdag zijn er werknemers die langer moeten blijven, bijvoorbeeld omdat zij vanwege veiligheidsoverwegingen alleen gezamenlijk het bedrijfspand mogen verlaten. Ook deze werknemers krijgen voor deze “wachttijd” niet altijd loon betaald.

In deze blog gaan wij in op de vraag of de tijd voorafgaand en aan het einde van de werkdag (“opstarttijd” en “wachttijd”) als werktijd kan worden beschouwd en of de werkgever over deze tijd loon verschuldigd is. De kantonrechter heeft hier namelijk onlangs antwoord op gegeven in een tweetal uitspraken die hierna worden besproken.

Opstarttijd is werktijd

Op 8 december 2021 heeft de kantonrechter te Den Haag uitspraak gedaan in een zaak waarbij de werknemers van een callcenter geacht werden tien minuten voor aanvang van hun dienst aanwezig te zijn. In het op de arbeidsovereenkomst van toepassing zijnde reglement stond dat de werkdag exact om 9 uur ’s ochtends begint en dat de werknemers dan klaar moeten zitten om de eerste call aan te nemen of te maken. Op dat moment moesten de werknemers alle computerprogramma’s dus al hebben opgestart. Over de tijd dat de werknemers eerder aanwezig moesten zijn, kregen zij geen loon betaald.

Een werkneemster van het callcenterbedrijf is het hier niet mee eens en stapt naar de kantonrechter. Zij vordert betaling van achterstallig loon. De werkneemster voert aan dat het eerder aanwezig zijn een opdracht van de werkgever is, waarin de werknemer onder het gezag van de werkgever staat en taken moet uitvoeren. Dit is volgens de werkneemster werktijd die uitbetaald dient te worden. De werkgever voert aan dat van de werknemers niet wordt verwacht dat zij werkzaamheden verrichten in de tien minuten die zij eerder aanwezig moeten zijn. De werkgever benadrukt dat in deze tien minuten geen instructies aan de werknemers worden gegeven.

De kantonrechter volgt de werkneemster in haar standpunt. Volgens de kantonrechter is de tijd die nodig is om in te loggen in de computersystemen aan te merken als arbeidstijd, waarover de werkgever loon verschuldigd is. In tegenstelling tot wat de werkgever betoogt, is de kantonrechter van oordeel dat de werkgever in die tien minuten weldegelijk instructies aan de werknemer geeft. Het gaat namelijk om de instructie om in te loggen in de benodigde computersystemen. Dit zijn volgens de kantonrechter voorbereidende werkzaamheden die nodig zijn om de overeengekomen arbeid te kunnen verrichten. De kantonrechter oordeelt dat de werkgever loon verschuldigd is over de tijd dat de werknemers eerder aanwezig moeten zijn. De vordering van de werkneemster tot betaling van achterstallig loon wordt door de kantonrechter toegewezen. Over het achterstallige loon is de werkgever bovendien vakantiegeld verschuldigd.

Wachttijd is ook werktijd

Op 4 november 2020 deed de kantonrechter van de rechtbank Noord-Holland uitspraak in een vergelijkbare zaak waarbij de werknemers de opdracht kregen om na afloop van hun dienst op elkaar te wachten. Vanwege veiligheidsoverwegingen mochten zij alleen gezamenlijk de supermarkt verlaten. De werknemers verlieten hierdoor structureel een kwartier na sluitingstijd de supermarkt. Over deze “wachttijd” ontvingen de werknemers geen loon.

Een van de werknemers meent dat wachttijd als werktijd moet worden aangemerkt en dat de werkgever over die tijd loon verschuldigd is. Net zoals de werkneemster in de vorige kwestie, stapte ook deze werknemer naar de kantonrechter en vorderde betaling van achterstallig loon. Volgens de werknemer kan van een werknemer niet worden verlangd om langer aanwezig te zijn, zonder dat daar een beloning tegenover staat. De werkgever voert aan dat er geen sprake is van overeengekomen arbeid, zodat de werkgever niet gehouden is om loon aan de werknemer te betalen.

De kantonrechter buigt zich over de vraag hoe de wachttijd moet worden geduid. Volgens de kantonrechter kan wachttijd worden gekwalificeerd als arbeid. Hoewel er geen sprake is van overeengekomen arbeid, moet ook het beschikbaar houden voor de werkgever als arbeid worden aangemerkt. De kantonrechter oordeelt dat er sprake is van arbeidstijd en dat de werknemer gedurende de wachttijd recht heeft op loon. De vordering van de werknemer tot betaling van achterstallig loon (en vakantiegeld) wordt ook in deze kwestie toegewezen.

Conclusie en betekenis voor de praktijk

De conclusie van bovenstaande uitspraken dat “opstarttijd” aan het begin van de werkdag, alsook “wachttijd” aan het einde van de werkdag als werktijd (arbeidstijd) kan worden beschouwd. Over zowel opstarttijd als wachttijd kan de werkgever loon verschuldigd zijn. Het moet hierbij vanzelfsprekend wel gaan om opstarttijd en wachttijd in opdracht van de werkgever.

Bovenstaande uitspraken hebben een grote betekenis voor de praktijk. Van u als werkgever wordt verwacht dat u uw werknemers betaalt voor de tijd dat zij aan het begin van de dag opstartwerkzaamheden moeten verrichten of aan het einde van de dag moeten wachten.

Vragen en contact?

Heeft u als werkgever te weinig loon betaald en maakt een van uw werknemers nu aanspraak op betaling van achterstallig loon? Of wilt u naar aanleiding van bovenstaande uitspraken uw arbeidsovereenkomsten of personeelshandboeken herzien? Neem dan contact op met Elly Steenbergen of een van de arbeidsrechtjuristen of HR-consultants van Employment Advisory.