Belastingplan 2024: stand van zaken
Op Prinsjesdag presenteerde het kabinet het Belastingplan 2024. De verwachting was dat een deel van de in de Voorjaarsnota aangekondigde maatregelen zou worden doorgevoerd, maar dat verdere (grote) wijzigingen aan een nieuw kabinet zouden worden overgelaten. Toch bevatte het Belastingplan een aantal nieuwe en onverwachte punten. In dit artikel benoemen we een aantal belangrijke voorstellen uit het Belastingplan en gaan we kort in op enkele opvallende aanpassingen vanuit de Tweede Kamer.
UPDATE: Inmiddels is het Belastingplan 2024 door de Tweede Kamer ingestemd, met een aantal belangrijke aanpassingen. Lees hier meer over een aantal opvallende wijzigingen.
Geen verhoging vennootschapsbelastingtarief
De afgelopen jaren is regelmatig gesleuteld aan de tarieven en schijven in de vennootschapsbelasting. In de Voorjaarsnota werd nog terloops gesproken over het verhogen van de tarieven, als de belastinginkomsten uit bepaalde andere belastingmaatregelen tegen zouden vallen. Toch is in het Belastingplan 2024 géén aanpassing aan het tarief voorgesteld. De tarieven en schijven in 2024 blijven daarom gelijk aan die in 2023.
Giftenaftrek vennootschapsbelasting afgeschaft
De giftenaftrek in de vennootschapsbelasting wordt niet versoberd, maar volledig afgeschaft. Daar staat een vereenvoudiging in de inkomsten- en dividendbelastingsfeer tegenover: giften zijn vanaf 2024 niet langer aftrekbaar, en er wordt wettelijk geregeld dat de gift niet leidt tot een fictieve uitkering aan de aanmerkelijkbelanghouder. Daardoor is geen sprake van een fictief box 2-voordeel.
Maatregelen voor ondernemers in de inkomstenbelasting
De MKB-winstvrijstelling voor ondernemers in de inkomstenbelasting (zoals bijvoorbeeld de eenmanszaak en de vof) wordt verlaagd van 14% naar 12,7%. Daarnaast wordt de afschrijving op vastgoed in eigen gebruik beperkt, door de bodemwaarde gelijk te stellen aan 100% van de WOZ-waarde. Voorheen gold in de inkomstenbelasting een bodemwaarde van 50% van de WOZ-waarde.
Box 3 tarief stijgt sneller
Het belastingtarief in box 3 (inkomen uit sparen en beleggen) stijgt sneller dan eerder was aangekondigd. Waar een stijging van 32% naar 33% werd verwacht, stond in het Belastingplan 2024 een tarief van 34%. Dit tarief is tijdens de parlementaire behandeling op voorzet van de Tweede Kamer gestegen tot 36%. Het is overigens (nog steeds) de vraag hoe houdbaar de huidige overbruggingswetgeving in box 3 is, zeker nu de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad onlangs tot de conclusie kwam dat de wetgeving nog steeds een schending van het discriminatieverbod en eigendomsrecht is.
Btw en vastgoed
Niet alle verwachtte wijzigingen op het vlak van btw en vastgoed zijn uiteindelijk in het Belastingplan uitgewerkt. Ook hier zal het nieuwe kabinet keuzes moeten maken en bepaalde voorstellen nader moeten uitwerken.
Aanpassingen voor werkgevers en personeel
De onbelaste reiskostenvergoeding zou verhoogd worden van 21 eurocent naar 22 eurocent. In het Belastingplan is nu een verhoging naar 23 eurocent per kilometer voorgesteld. Daarnaast is op het vlak van de WW-premie een wijziging voorgesteld voor de premieplicht bij voltijdcontracten. Werkgevers betalen de hoge WW-premie als blijkt dat een werknemer op jaarbasis méér dan 30% heeft overgewerkt ten opzichte van zijn contracturen. Hierbij geldt een uitzondering voor werknemers die een contract hebben van meer dan 35 uren per week. Deze grens wordt in 2025 verlaagd naar 30 uren per week.
Opvallende voorstellen vanuit de Tweede Kamer
Waar de Tweede Kamer tijdens de parlementaire behandeling vaak maar beperkte wijzigingen of toevoegingen voorstelt, is de dynamiek dit jaar anders. De Tweede Kamer heeft nu beduidend meer ruimte genomen. Tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen is dan ook een aantal moties aangenomen die van invloed kunnen zijn op de belastingplannen. Dit zijn met name belastingverhogingen om extra uitgaven te dekken. Een aantal belangrijke wijzigingen ten opzichte van de kabinetsplannen zijn:
Verhoging van het tarief in box 2 (van voorgestelde 31% naar 33%);
Verhoging van het tarief in box 3 (van voorgestelde 34% naar 36%);
Verhoging van de bankenbelasting;
Verdere verhoging van het wettelijk minimumloon;
Belasten van de inkoop van eigen aandelen door beursfondsen.
Wat betekent dit voor u?
Al deze wijzigingen brengen nogal wat teweeg. Daar komt nog eens bij dat het parlementaire proces nog niet is afgerond. Het is mogelijk dat er verdere wijzigingen plaatsvinden en dat hierover pas tegen het einde van het jaar definitief duidelijkheid over is.
Wilt u meer weten over wat dit betekent voor uw belastingpositie? En welke stappen u wellicht kunt (of zelfs moet) zetten ter voorbereiding op de nieuwe wetgeving? Uw adviseur bespreekt graag de laatste stand van zaken met u.
Let op: voor de meeste maatregelen geldt dat zij nog niet definitief zijn. Het is mogelijk dat er gedurende het wetgevingsproces nog wijzigingen plaatsvinden. Overleg met uw adviseur welke gevolgen de voorgestelde wijzigingen voor uw situatie hebben.