De laatste btw-aangifte van 2025: hier moet je op letten
In de laatste btw-aangifte van het jaar moet je vaak een aantal correcties verwerken. Deze btw-aangifte wijkt daarom af van de andere btw-aangiftes gedurende het jaar.
En let op: voor de laatste btw-aangifte van 2025 geldt een afwijkende betaaldatum. Onze experts bespreken een aantal veelvoorkomende correcties en aandachtspunten voor de laatste btw-aangifte van 2025.
Correctie voor privégebruik (auto)
In de laatste btw-aangifte van het boekjaar moet een correctie worden gemaakt voor het privégebruik van zaken waarvoor btw in aftrek is gebracht. Bijvoorbeeld auto’s die (ook) privé gebruikt zijn.
Als een auto aan een werknemer ter beschikking is gesteld, dan kun je de btw op bijvoorbeeld aanschaf- of leasekosten, onderhoud en brandstof in aftrek brengen. Dat mag als die auto zakelijk wordt gebruikt, en voor zover je recht op aftrek hebt. Het privédeel van de kosten mag niet in aftrek worden gebracht. Dus als een werknemer de auto ook privé kan gebruiken (waarbij woon-werkverkeer als privégebruik telt), dan moet je een correctie verwerken in de laatste btw-aangifte over het boekjaar. De correctie vindt in principe plaats op basis van het werkelijke gebruik: met een sluitende kilometeradministratie en vastlegging van de btw op de kosten voor de specifieke auto wordt een exacte correctie gemaakt. Dit is echter veel werk en de benodigde gegevens zijn lang niet altijd aanwezig. In plaats van een exacte berekening kun je daarom ook gebruikmaken van een forfaitaire correctie van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm). De forfaitaire correctie is 1,5% voor auto’s waarvan de btw bij aanschaf niet in aftrek is gebracht en voor auto’s die vijf jaar of langer in de onderneming zijn gebruikt.
Lees meer over de fiscale behandeling van de auto van de zaak in 2025 in onze Autobrochure.
Personeelsverstrekkingen en de BUA-grens
Je mag de btw op kosten voor personeelsvoorzieningen, giften en relatiegeschenken in eerste instantie in aftrek brengen, zoals je dat ook met andere btw doet. Denk hier bijvoorbeeld aan kerstpakketten, cadeaus, bedrijfsuitjes, kantineverstrekkingen en koffie/lunches op kantoor. Voor dit soort kosten geldt echter wel een jaarlijkse grens van € 227 (exclusief btw) per werknemer/relatie. Als het totaal van de verstrekkingen per individuele werknemer of relatie dit bedrag overschrijdt, is er geen recht meer op volledige aftrek over de kosten voor die werknemer/relatie. Controleer daarom goed of je onderneming deze grens in 2025 overschrijdt.
Let op: je stelt een eventuele btw-aftrekbeperking jaarlijks vast aan de hand van een speciale berekening. Als de zogenoemde BUA-grens is overschreden, moet je een correctie maken in de laatste btw-aangifte van het boekjaar. Wij helpen je uiteraard graag met het maken van deze berekening: hiervoor hebben we een speciale BUA-tool.
Btw-belaste verhuur
De verhuur van onroerend goed is voor de btw in beginsel een vrijgestelde prestatie, maar partijen kunnen opteren voor btw-belaste huur. Vaak wordt hiervoor gekozen zodat de verhuurder de btw op kosten met betrekking tot het onroerend goed in aftrek kan brengen. Om een btw-belaste verhuur toe te passen, moet de huur aan een aantal strikte voorwaarden voldoen. Eén van de voorwaarden is dat de huurder het onroerend goed heeft gebruikt voor activiteiten waarvoor 90% (of meer) recht op aftrek van btw ontstaat. Als verhuurder moet je aan het eind van het boekjaar bij je huurder nagaan of dit het geval is. Eventuele correcties verwerk je in de laatste btw-aangifte van het jaar.
Gewijzigde activiteiten en correcties
Maak je kosten met de verwachting om hiermee btw-belaste activiteiten te verrichten? Dan mag je de btw direct in aftrek brengen. Je moet wel controleren of deze kosten ook daadwerkelijk ten behoeve van btw-belaste activiteiten zijn gemaakt. Als je deze controle nog niet bij eerdere btw-aangiftes uitvoerde, doe het dan in ieder geval bij de laatste btw-aangifte van het boekjaar. Als blijkt dat bepaalde kosten toch (deels of geheel) voor btw-vrijgestelde activiteiten of niet-btw-ondernemersactiviteiten zijn gemaakt, dan moet je de aftrek in de laatste aangifte van het boekjaar corrigeren.
Let op: voor investeringsgoederen geldt een aanvullende herzieningsperiode na afloop van het boekjaar van ingebruikname. Voor roerende goederen is dit vier jaar en voor onroerende goederen negen jaar. Voor deze goederen moet je dus ook in de jaren ná aankoop en ingebruikname het gebruik blijven toetsen. In de laatste btw-aangifte van het boekjaar beoordeel je of het gebruik van de investeringsgoederen in dat boekjaar is gewijzigd. Als dit het geval is, moet je nagaan of (en tot welk bedrag) een correctie nodig is.
Vanaf 1 januari 2026 gelden bovendien nieuwe herzieningsregels voor grote diensten aan vastgoed. Overleg met je Baker Tilly adviseur welke gevolgen dit voor jouw positie heeft.
Controleer de pro-rata
Als je onderneming zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde activiteiten verricht, dan breng je de btw op algemene kosten in aftrek aan de hand van de verhouding tussen beide activiteiten. Deze verhouding wordt de ‘pro-rata’ genoemd. Bij de aanschaf wordt een inschatting gemaakt van de mate waarin de goederen of diensten worden gebruikt voor btw-belaste, btw-vrijgestelde of onbelaste activiteiten. In de laatste btw-aangifte van het boekjaar beoordeel je of bij aanschaf de juiste pro-rata is toegepast. Als je afwijkingen constateert, dan moet je die corrigeren in de laatste btw-aangifte van het boekjaar.
Let op de posten in de jaarrekening en aangiftes
Controleer of btw-aangiftes in lijn zijn met de jaarrekening. Als bijvoorbeeld blijkt dat op de balans van 2025 een post ‘btw te betalen’ aanwezig is, zorg dan dat dit bedrag alsnog wordt aangegeven. Als de correctie over een btw-aangiftetijdvak minder dan € 1.000 bedraagt, dan mag je dit in de lopende btw-aangifte verwerken. Bij een btw-bedrag van meer dan € 1.000 moet je een suppletie indienen. Dat geldt ook als je erachter komt dat in de vijf jaar vóór het huidige kalenderjaar te veel of te weinig btw is aangegeven.
Je moet de btw-post ook in de aangifte inkomsten- of vennootschapsbelasting specificeren. De Belastingdienst kan deze gegevens vergelijken met de ingediende en betaalde btw-aangiftes en suppleties. Zorg dat je eventuele correcties juist en op tijd verwerkt.
Let op: sinds 1 januari 2025 gelden nieuwe termijnen voor het indienen van een suppletie. Zorg dat een eventuele suppletie niet later dan acht weken na constatering is ingediend.
Afwijkende deadlines voor 2025 en 2026
Leidt de laatste aangifte tot een te betalen bedrag? Let dan goed op de betaaldatum. Normaal moet de laatste btw-afdracht van het jaar op 31 januari door de Belastingdienst ontvangen zijn. Maar omdat 31 januari in 2026 in het weekend valt, moet de betaling dit jaar eerder binnen zijn: op 30 januari 2026, de laatste werkdag voor het einde van de deadline.
Sluit 2025 netjes af en ga goed voorbereid 2026 in!
De jaarafsluiting is een goed moment om na te gaan of je al je btw-zaken op orde hebt. Wil je ook 2026 goed voorbereid ingaan? Lees dan hier meer over de deadlines voor 2026, je btw-gerelateerde verplichtingen en een aantal nieuwe wijzigingen.
Heb je vragen over je btw-verplichtingen of over je btw-positie? Of wil je weten welke correcties voor jouw onderneming relevant zijn? Btw-adviseurs Barthold Bergman en Stevie Mols vertellen je er graag meer over.
Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden je aan om met jouw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.