Btw in 2026: noteer deze deadlines in je agenda
Of je nu maandelijks of per kwartaal btw-aangiftes indient, de deadlines zijn strikt. Je moet je aangiftes op tijd indienen én de betaling moet tijdig op de bankrekening van de Belastingdienst zijn ontvangen. Zorg dus dat je de btw-aangifteverplichtingen voor je onderneming scherp hebt.
Onze btw-specialisten zetten de hoofdregels over aangiftes en deadlines voor in Nederland gevestigde btw-ondernemers op een rij.
Btw-aangifte voor btw-ondernemers gevestigd in Nederland
Als je onderneming als btw-plichtig is aangemerkt, hoor je van de Belastingdienst of je maandelijks of per kwartaal een aangifte moet indienen. De btw-aangifte moet uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de aangifteperiode zijn ingediend.
Als uit de btw-aangifte volgt dat je btw moet afdragen, zorg dan dat het te betalen bedrag uiterlijk op de laatste dag van de maand volgend op de aangifteperiode op de bankrekening van de Belastingdienst is ontvangen.
Let op: als een betaaldeadline in het weekend of op een algemeen erkende feestdag valt, moet de betaling uiterlijk op de laatste werkdag vóór de deadline op de bankrekening van de Belastingdienst staan. Zo moet je de laatste btw-aangifte van 2025 uiterlijk op 31 januari 2026 indienen, maar een te betalen bedrag moet uiterlijk op vrijdag 30 januari door de Belastingdienst zijn ontvangen.
In 2026 geldt ook voor de maanden januari, april en september en het tweede kwartaal een eerdere betaaldatum, omdat de uiterlijk aangiftedatum (een maand ná het aangiftetijdvak) in het weekend valt.
Dien je de aangifte te laat in, of is een te betalen bedrag niet op tijd door de Belastingdienst ontvangen? Dan bestaat er een risico dat er een boete wordt opgelegd. Een aantal btw-gerelateerde boetes is per 1 januari 2025 (flink!) verhoogd.
Uitzondering kleine IB-ondernemers: jaaraangifte op verzoek
Bepaalde (kleine) ondernemers voor de inkomstenbelasting kunnen verzoeken om een jaarlijkse btw-aangifte in te mogen dienen. Daarvoor geldt een aantal strikte eisen met betrekking tot bijvoorbeeld de hoogte van de omzet en de af te dragen btw. Ook moet je vooraf een speciaal verzoek indienen bij de Belastingdienst. Als je jaarlijks aangifte mag doen, dan moet je btw-aangifte uiterlijk 31 maart van het volgende jaar zijn ingediend. Eventueel verschuldigde btw moet ook uiterlijk op die datum op de bankrekening van de Belastingdienst zijn ontvangen. Volgt uit de jaaraangifte omzetbelasting 2025 een te betalen bedrag, dan moet dit in de praktijk dus uiterlijk dinsdag 31 maart 2026 door de Belastingdienst zijn ontvangen.
Let op: er gelden nieuwe deadlines voor suppletieaangiftes. Het kan sinds1 januari 2025 zo zijn dat een suppletieaangifte eerder ingediend moet zijn dan je jaaraangifte. Onze adviseurs kunnen je hier meer over vertellen.
Opgaaf Intracommunautaire Prestaties
Lever je goederen of verricht je diensten aan btw-ondernemers in andere EU-landen? Dan moet je ook aangifte doen voor intracommunautaire prestaties: de Opgaaf Intracommunautaire Prestaties (‘Opgaaf ICP’). Je rapporteert de omzet met betrekking tot deze leveringen en diensten in rubriek 3b van je (reguliere Nederlandse) btw-aangifte. Daarnaast moet je een Opgaaf ICP over deze tijdvakken indienen, waarin het bedrag uit de Nederlandse aangifte wordt gespecificeerd per btw-nummer van de afnemer. De Opgaaf ICP moet voor het einde van de maand volgend op het kalenderkwartaal zijn ingediend. Heb je in een tijdvak geen intracommunautaire leveringen en geen intracommunautaire diensten? Dan hoef je voor dat tijdvak geen Opgaaf ICP in te dienen.
Let op: als je in een kwartaal meer dan € 50.000 aan intracommunautaire goederenleveringen verricht, moet je de Opgaaf ICP voor dat kwartaal en de daaropvolgende vier kwartalen maandelijks indienen.
EU-afstandsverkopen en de One-Stop-Shop (OSS)
Als je goederen verkoopt aan consumenten (‘B2C’) waarbij de goederen worden geleverd in andere EU-landen, dan spreken we van EU-afstandsverkopen. Over deze verkopen is btw verschuldigd in het EU-land van aankomst van de goederen. Dit betekent dat je lokale btw moet berekenen op de verkoop, en in die EU-landen geregistreerd moet zijn voor btw-doeleinden, btw-aangiftes moet indienen en btw moet afdragen. Vergelijkbare verplichtingen kunnen gelden bij het verrichten van elektronische diensten aan B2C afnemers en bij bepaalde specifieke diensten die in andere EU-landen aan B2C afnemers worden geleverd.
Om dit administratief makkelijker te maken, kun je je aanmelden voor de zogenoemde One-Stop-Shop (OSS). Via de OSS rapporteer je de verschuldigde btw over de B2C-prestaties in alle andere EU-landen, per kwartaal in een enkele OSS-aangifte. De verschuldigde btw draag je af aan de Nederlandse Belastingdienst, die het vervolgens aan de lokale autoriteiten in de betreffende EU-landen doorbetaalt. De aangiftedeadline is de laatste dag van de maand volgend op het kalenderkwartaal. Op deze datum moet ook de betaling door de Belastingdienst zijn ontvangen. Onze adviseurs vertellen je graag meer over de voordelen en de vereisten van de OSS.
Teruggaaf buitenlandse voorbelasting
Heb je btw betaald in een EU-land waar je niet voor de btw bent geregistreerd (en ook niet hoeft te zijn)? En heb je voor deze kosten recht op aftrek van voorbelasting? Dan kun je de buitenlandse btw onder voorwaarden terugvragen via een “Verzoek om teruggaaf van btw uit andere EU-landen” bij de Nederlandse Belastingdienst. Voor deze teruggaaf gelden bepaalde drempelbedragen en andere formele vereisten. Je moet het teruggaafverzoek vóór 1 oktober van het volgende jaar bij de Belastingdienst indienen.
Let op: om een teruggaafverzoek in te kunnen dienen heb je speciale inloggegevens nodig, óók als je de btw-aangiftes normaliter door je adviseur laat indienen. Overleg met je adviseur of het wenselijk is om die inloggegevens (nu al) aan te vragen.
Voor teruggaaf van btw van niet-EU-landen gelden afwijkende regels. De mogelijkheden tot teruggaaf zijn soms beperkt.
Gewijzigde btw-regels in 2026
In 2025 is een aantal regels veranderd. Zo is de btw-positie van houdstermaatschappijen per 1 juli 2025 gewijzigd en is in oktober een nieuw btw-besluit voor bemiddeling bij aandelentransacties gepubliceerd. Per 1 januari 2026 wijzigt opnieuw een aantal regels. Zo vervalt het lage tarief voor logies en geldt een nieuwe herzieningstermijn voor grote vastgoedinvesteringen.
Je adviseur kan je vertellen of deze wijzigingen invloed hebben op je btw-positie.
Suppletieverplichting
Sinds 1 januari 2025 is de suppletietermijn verduidelijkt. Ondernemers die merken dat zij moeten suppleren (omdat ze meer dan € 1.000 euro te veel of te weinig btw in de voorgaande aangiften hebben verwerkt), moeten dit nu binnen acht weken corrigeren. Doen zij dit niet, dan riskeren zij een boete die kan oplopen tot 100% van de btw die als gevolg van het niet nakomen van de verplichting niet is (of zou zijn) geheven.
Het is dus van belang om snel en adequaat te reageren wanneer er suppletieverplichtingen worden geconstateerd.
Niet in Nederland gevestigde btw-ondernemers
In dit artikel hebben wij een aantal belangrijke verplichtingen besproken die van toepassing kunnen zijn op in Nederland gevestigde ondernemers voor btw-doeleinden. Is je onderneming in het buitenland gevestigd, maar heb je wel te maken met Nederlandse btw? Dan gelden mogelijk afwijkende termijnen en deadlines. Onze adviseurs bespreken graag welke specifieke regels en verplichtingen op jouw onderneming van toepassing zijn.
Let goed op je btw-verplichtingen!
Naarmate je onderneming groeit, of wanneer je bijvoorbeeld over de grens gaat ondernemen, kan je btw-positie veranderen. De ontwikkelingen op het vlak van de btw volgen elkaar bovendien snel op, vooral op EU-niveau. Het is daarom belangrijk om je positie en verplichtingen goed in de gaten te houden. Wil je meet weten over de btw, de deadlines die voor jouw onderneming gelden, en de bijbehorende verplichtingen? Onze btw-adviseurs helpen je graag!
Wet- en regelgeving op dit gebied kan onderhevig zijn aan verandering. Wij raden je aan om met jouw Baker Tilly adviseur te overleggen over de impact hiervan.