Skip to content
Gepubliceerd op: 03 augustus 2018
Type publicatie Kennisartikel
Gerelateerde onderwerpen
Het Europese Hof van Justitie heeft op 25 juli 2018 uitspraak gedaan over herziening van btw op investeringsgoederen bij een wijziging van niet-economisch naar economisch gebruik. In de Nederlandse praktijk werd jarenlang gedacht dat een dergelijke herziening op btw niet mogelijk was. Moet deze gedachte na de uitspraak van het Europese Hof van Justitie worden herzien?

De zaak Gmina Ryjewo (c140/17)

De procedure gaat in op de vraag of de Poolse gemeente Ryjewo recht heeft op herziening van de investering-btw op de bouwkosten van een dorpshuis. Het dorpshuis werd aanvankelijk door de gemeente ‘om niet’ verhuurd. Het verrichten van een prestatie, zoals de verhuur van een pand, zonder tegenprestatie, betreft een niet-economische activiteit waarvoor geen recht op aftrek van voorbelasting bestaat. Bij de bouw van het dorpshuis heeft de gemeente de investerings-btw dan ook niet verrekend.

Enige tijd later, maar binnen de herzieningstermijn, besluit de gemeente het dorpshuis alsnog ook voor economische activiteiten (i.e. ondernemersactiviteiten) te gebruiken, namelijk voor btw-belaste verhuur. Het Europese Hof van Justitie oordeelt dat de gemeente onder voorwaarden recht heeft op herziening van de investerings-btw, ondanks dat het dorpshuis in eerste instantie voor niet-economische activiteiten is gebruikt en de gemeente niet uitdrukkelijk heeft verklaard voornemens te zijn het dorpshuis (ook) te bestemmen voor btw-belaste handelingen.

Wat betekent dit voor u?

Heeft uw gemeente of ander publiekrechtelijk lichaam een investeringsgoed aanvankelijk niet-economisch in gebruik genomen en gaat dit investeringsgoed binnen de herzieningstermijn alsnog (gedeeltelijk) worden gebruikt voor ondernemersactiviteiten? Dan kan het publiekrechtelijk lichaam onder omstandigheden alsnog een deel van de investerings-btw via de btw-aangifte in aftrek brengen, mits:

  • uw publiekrechtelijk lichaam op het moment van de investering al ondernemer voor de btw is; én

  • het investeringsgoed kan worden gebruikt voor ondernemersactiviteiten.

Meer weten?

Wilt u weten wat deze uitspraak voor uw gemeente of ander publiekrechtelijk lichaam betekent of heeft u vragen over btw-herziening in het algemeen? Neem dan contact op met Jayant Rakhan van VAT & Customs Advisory van Baker Tilly.

Dit bericht is meer dan zes maanden geleden gepubliceerd. Omdat wet- en regelgeving continu in beweging is, raden wij u aan met uw Baker Tilly adviseur te bespreken of de informatie in dit bericht actueel is en gevolgen heeft (of mogelijkheden biedt) voor uw situatie. Uw adviseur praat u graag bij over de laatste stand van zaken.

De laatste wetgeving en tips voor uw industrie

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief